Kaaiman komt in beweging, interview met Mathieu Ex, advocaat-vennoot Bij Greenille by Laga

In Archief by robert

“Er vloeide al heel wat inkt over en er was al heel wat te doen over de Kaaimantaks, ook wel doorkijkbelasting genoemd, maar nu staan we écht aan de vooravond van de invoering ervan”, zegt Mathieu Ex, advocaat-vennoot Bij Greenille by Laga. Voor de Kaaiman echt in beweging komt is de vraag dus hoe zich voor te bereiden.

De introductie van de kaaimantaks zit in de laatste rechte lijn. Het voorontwerp is klaar en moet enkel nog formeel worden goedgekeurd in het Belgische Parlement in het kader van de programmawet en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Een kwestie van amper enkele weken verwacht Greenille by Laga-advocaat Mathieu Ex die er meteen aan toevoegt dat deze wet op de doorkijkbelasting uitwerking zal hebben vanaf 1 januari 2015.

Meldingsplicht
“Uiteraard komt de Kaaimantaks niet uit de lucht vallen want al in 2013 is de verplichting ingevoerd om zogenaamde juridische “Kaaiman-structuren” te vermelden in de aangifte personenbelasting. Toen was er geen politiek akkoord om naast die meldingsplicht ook een taxatie in te voeren. Di Rupo I bereikte hierover geen akkoord, de regering Michel I slaagde daar wel in”, schetst Ex de voorgeschiedenis. Resultaat? Vanaf januari 2015 worden de inkomsten van dergelijke fiscale constructies onderworpen aan de Belgische belastingen.

APV-regeling
België liet zich voor het invoeren van de Kaaimantaks sterk inspireren door de noorderburen, meer bepaald door de Nederlandse APV-regeling (Afgezonderd Particulier Vermogen). “In de Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp van de Kaaimantaks merkt men dat België Nederland als voorbeeld heeft genomen, niet alleen wat de invoering van de taks betreft maar ook wat de werking aangaat. In Nederland bestaat de APV per slot van rekening al vijf jaar. Net als in Nederland is het de bedoeling van de Belgische overheid om een vermogen dat in een juridische constructie zit, onder de Belgische fiscaliteit te doen vallen. Concreet is de gekozen techniek: de structuur as such is legaal en blijft bestaan, alleen gaat men nu door de structuur kijken. Als ware het een fiscale fictie. Vandaar dat doorkijkbelasting een synoniem is voor de veelbesproken Kaaimantaks. Het woord Kaaiman verklaart wat men viseert (namelijk offshore structuren zoals vennootschappen op de Kaaiman eilanden), doorkijken is de techniek die men daarbij hanteert”.

Toerekenen aan de natuurlijke persoon
Mathieu Ex: “Bij wie zo’n structuur heeft, gaat de fiscus er doorheen kijken alsof de structuur niet bestond. In de mate dat deze structuur een bepaald inkomen genereert waaronder bijvoorbeeld intresten, dividenden, royalties… zal dat fictief worden toegerekend aan de natuurlijke persoon die achter die structuur zit. De doelstelling is enerzijds om extra inkomsten te genereren voor de overheid. De tweede doelstelling is om mensen te ontraden om nog dergelijke structuren voor fiscale doeleinden op te zetten”.
‘Hoe moeten personen die een dergelijke structuur hebben daar nu op reageren?’ is een vraag die de advocaat op kantoor al vele malen kreeg voorgelegd. Uit ervaring weet Mathieu Ex dat de meeste cliënten al een aantal maanden, zelfs jaren, hier mee bezig zijn. “Alleen wordt de impact nu wel heel erg concreet. Zij moeten zich de vraag stellen of ze moeten handelen. Als die vraag positief beantwoord wordt, is de vraag vervolgens wat ze dan moeten doen en wat daarvan de consequenties zijn op korte én op lange termijn”.

Type 1 en type 2
Ex legt uit dat de impact een beetje afhankelijk is van het type juridische constructie dat is uitgewerkt. Hij maakt daarbij een onderscheid tussen twee types. “Type 1 zijn de trusts, het klassieke Angelsaksische concept en soortgelijken. Type 2 zijn eerder continentaal en bestaat uit rechtspersonen. Daarbij hebben we het over vennootschappen en stichtingen. Afhankelijk van het type waarin men zich bevindt, zal de fiscale benadering verschillen. Het afbreken of opdoeken van een type 1 kan perfect op een fiscaal neutrale wijze. Bij type 2 zal er in principe steeds een afrekenmoment zijn met betrekking tot het verleden”.

Blacklist
Ook meer dan vermeldenswaard vindt hij als gespecialiseerd advocaat de zogenaamde blacklist die al sedert 2013 bestaat in het kader van de meldingsplicht. “Die blijft behouden met die nuance dat de lijst ten aanzien van Europese entiteiten een limitatieve lijst is, terwijl de lijst voor niet-Europese entiteiten niet limitatief is. In die blacklist vermeldt de overheid zelf welke regelingen er onderhevig zijn aan de Kaaimantaks en welke niet. Wie op de blacklist staat met een Europese entiteit valt er in ieder geval onder. Maar sta je er als Europese entiteit niet op dan ben je ook zeker dat je er niet onder valt. Bij alle constructies buiten Europa is er minder zekerheid. Wie er op staat, weet waar hij aan toe is. Maar wie niet op de blacklist staat, heeft nog altijd geen zekerheid dat hij ongemoeid zal worden gelaten. Dit creëert onzekerheid en schept mogelijk risico’s. De rulingcommissie gaat wel rulings kunnen afleveren over de Kaaimantaks, maar of dit opportuun is, is moeilijk in te schatten en afhankelijk van het concrete dossier”.

Vermogen
“Een van de creatieve oplossingen zou kunnen zijn om het vermogen als het ware verder van zich weg te gaan duwen en quasi los te laten, maar dan verliest men er uiteraard ook de controle over. Op het ogenblik dat je het gaat overmaken aan charity of een goed doel zal je er niet meer op belast worden maar dan is het vanzelfsprekend ook jouw eigen vermogen niet meer. Dat is extreem”. Of er dan nog oplossingen zijn binnen de bestaande structuren? Die vraag beantwoordt Mathieu Ex positief. Al haast hij zich om eraan toe te voegen dat die oplossingen steeds schaarser worden. “Wie een structuur heeft die op de lijst staat en dus onderhevig is aan belastingen op de inkomsten uit het beleggingsvermogen en waarbij bovendien een bedrijfsvermogen in de constructie aanwezig is, heeft een mogelijkheid. In de mate dat dit beleggingsvermogen wordt geïnvesteerd in het bedrijfsvermogen ontstaan er bepaalde oplossingen om het rendement op dit beleggingsvermogen niet langer onder de Kaaimantaks te laten vallen. Voor wie investeert in zijn bedrijf zijn er dus nog uitwegen al heeft dit zowel fiscale als niet-fiscale consequenties. Het investeren in het bedrijf stelt het ook bloot aan het bedrijfsrisico. Dat is een afweging die ieder voor zich moet maken.
Een zachte manier om de impact van Kaaimantaks te beperken is om het beleggingsvermogen van de constructie slim samen te stellen, zodat men investeert in beleggingen die geen of minstens een beperkte Belgische beleggingsfiscaliteit ondergaan, zoals bijvoorbeeld beleggen in goud of beleggingen die belastvrije meerwaarde genereren. Net zoals mensen die beleggingsvermogen rechtstreeks privé aanhouden dat ook doen”.

Vier mogelijkheden
In de praktijk onderscheidt Ex vier mogelijkheden om te reageren op de Kaaimantaks gaande van niets doen tot het afbreken van de juridische structuur. Een derde optie is het aanpassen van de structuur. Specifiek voor Nederbelgen noemt hij een vierde optie om de Belgische fiscus te ontlopen: “Ervoor zorgen dat je niet langer in België woont en effectief emigreren naar een ander land. Dat is de ultieme oplossing. Daar moet bekeken worden wanneer het vertrek uit België effectief ingaat. Je kunt relatief snel vertrekken maar je moet het wel goed doen. Er zijn ook geen 100 verschillende jurisdicties die daarvoor fiscaal in aanmerking komen. De “usual suspects” daarbij zijn nog steeds Monaco, bepaalde kantons in Zwitserland en de UK. Maar dat is een heel extreme oplossing om de Kaaimantaks te ontlopen, en een oplossing die heel veel implicaties heeft. We hebben dit al meegemaakt maar het is eerder de uitzondering dan de regel. Want als je alles op een rijtje zet, zijn er toch ook minder drastische alternatieven”.

Reactie fiscus
Als slotbemerking wil hij als advocaat nog meegeven dat in alle vier de opties rekening moet worden gehouden met het feit dat er sedert 2012 ook een strengere algemene anti-misbruikbepaling bestaat. “Bovendien bevat de Kaaimantaks zelf twee specifieke anti-misbruikbepalingen, precies om het moeilijker te maken om uit het vaarwater van de Kaaimantaks te blijven. De belastingdienst zal kritischer kijken wanneer regelingen zijn getroffen om voorbereid te zijn op de invoering van de Kaaimantaks. Vaak trekt men daardoor net de aandacht en kan de conclusie zijn dat stilzitten in sommige gevallen finaal nog soms de beste oplossing is”, besluit Ex.
 

hits=44= / id=3879=