Hoe moet dat binnenkort met thuiswerk voor grenswerkers?

In Archief by robert

Moet het nog gezegd? De coronacrisis heeft heel wat aanpassingen gevergd van iedereen. Niet in het minst van de grensarbeiders. We spreken over ongeveer 90.000 grenswerkers in de Benelux. Werken in Nederland en wonen in België, betekent in principe dat je belasting in Nederland betaalt in plaats van in België. En andersom. Maar wat indien je thuis moet blijven werken omwille van de uitzonderlijke corona-maatregelen?

Thuis = werkplek
Nederland en België gingen akkoord met de volgende regeling: de thuiswerkdagen van grensarbeiders worden fiscaal behandeld zoals dagen gewerkt in het land waar ze onder normale omstandigheden zouden gepresteerd worden, in het ‘werkland’ dus. Onder voorwaarde dat deze thuiswerkdagen daar belast worden, zoals de normale werkdagen.
“Voor alle duidelijkheid: dit geldt dus niet voor dagen waarop je gewoonlijk toch al zou thuiswerken. Stel dat je bijvoorbeeld van je werkgever volgens je gewone contract of afspraak iedere vrijdag mocht thuiswerken, dan was het al zo dat je in je Nederlandse aangifte 4 dagen moest laten toerekenen aan Nederland en 1 dag aan België. Na 11 maart 2020 heb je echter omwille van corona 5 dagen op 5 thuisgewerkt. De verhouding wordt dan niet anders: 4 dagen gaan naar Nederland, 1 dag blijft toegewezen aan België.” Dat zegt Jos Poukens, Secretaris van de Belgische vakbond ACV Grensarbeiders.

De coronaregeling is niet verplicht: werknemers kunnen de thuiswerkdagen ook behandelen als prestaties op de plek waar feitelijk gewerkt is, of de reële opdeling in thuiswerken en werken in het andere land behouden. Dat moeten ze consistent in hun belastingaangifte(s) invullen.
Het kan ook zijn dat je in 2020 gedurende een bepaalde periode gewoon bent moeten thuisblijven. In dat geval wordt je loon geacht belast te zijn in het land waar je gewoonlijk zou werken. In tegenstelling tot thuiswerkdagen kun je er echter niet voor kiezen om deze dagen door je woonland te laten belasten.
Deze corona-overeenkomst tussen Nederland en België is tot 30 juni 2021 verlengd, maar kan tussentijds door een van beide landen per maand worden opgezegd, na 30 april 2021. Maar zou de maatregel niet meteen wat langer van kracht moeten blijven en uiteindelijk een definitief beslag krijgen? We zullen immers meer blijven telewerken.

Blijvertje
Thuiswerken was tot een jaar geleden voor de meeste mensen eerder de uitzondering, ook voor degenen die gemakkelijk thuis uit te voeren kantoorwerk deden. Het systeem van thuiswerken werd, ondanks de technische mogelijkheden daartoe, lange tijd onderbenut door werkgevers en door werknemers. De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat de voordelen van thuiswerk duidelijk geworden zijn. De hele en halve lockdowns zorgden ervoor dat zichtbaar werd hoeveel werk er van thuis uit verricht kon worden. “Dit gaat niet meer weg”, hoorden we in de media, “mensen gaan van thuis uit willen blijven werken”. Tenminste: waar dat kan, en voor een deel. De meesten willen hun collega’s toch nog regelmatig op kantoor ontmoeten. En zeg nu zelf: je kunt ook niet alles op dezelfde grondige manier via een pc-scherm bespreken. Veel van de non-verbale communicatie gaat verloren.

Voordelen
Niettemin heeft telewerk heel wat voordelen: vlottere mobiliteit door het geringere aantal woon-werkverplaatsingen, verminderde uitstoot van broeikasgassen, minder filestress, bevordering van korte bevoorradingsketens en van consumptie dicht bij huis of bij de co-workingruimtes en telewerkkantoren, minder werkverzuim en verhoogde productiviteit, een beter evenwicht tussen het beroeps- en het gezinsleven. Hoewel daar blijkbaar ook grenzen aan zijn, indien de bewegings- en ontspanningsmogelijkheden buitenshuis sterk beperkt worden en de kinderen het werken beletten.

Tweede Kamer
We merken dat thuiswerken gepromoot wordt. De Nederlandse Tweede Kamer wil er al een recht voor werknemers van maken. Maar dan zou een grensarbeider die in Nederland werkt voor een het thuiswerkdeel belasting in België gaan moeten betalen, indien de bestaande regeling niet gehandhaafd wordt. De problemen zijn voorspelbaar: Nederlandse werknemers binnen hetzelfde bedrijf zouden meer rechten krijgen dan Belgische collega’s, die moeten dan individueel in discussie gaan met hun werkgever, voor alle partijen ontstaan extra papierwerk en nog meer ingewikkelde regelingen. Jos Poukens: “We zien dat nu al: verscheidene Nederlandse bedrijven hebben intussen een thuiswerkpolicy, waarbij werknemers bijvoorbeeld twee of drie dagen thuis mogen werken. Maar voor hun Belgische werknemers is dat beperkt tot 1 dag per week. Dat is een ongeoorloofd onderscheid naar woonplaats.” Voor Nederlanders die in België werken geldt natuurlijk eenzelfde vreemde rechtssituatie.

Harmonisatie
Dat is te vermijden, vindt ACV Grensarbeiders. De vakbond vraagt intussen om een uitgebreidere en vooral geharmoniseerde regeling. Tussen België en Luxemburg werd op 18 mei 2019 een beginselakkoord ondertekend: het maximumaantal dagen werkdagen dat in het woonland gepresteerd mag worden om onder het fiscale regime van het werkland te behouden, werd in het voorstel van 24 naar 48 opgetrokken. Dat akkoord is weliswaar nog niet omgezet in wetgeving, maar ACV wil iets gelijkaardigs alvast ook met Nederland overeenkomen. “Eén dag per week beschouwen we toch als het absolute minimum. En in elk geval moeten werknemers van eenzelfde bedrijf ook gelijk behandeld worden, waar ze ook wonen”, zegt Jos Poukens. “ACV Grensarbeiders heeft er vanaf het begin van de coronacrisis voor gepleit thuiswerkdagen te laten belasten in het gewone werkland. Die lijn houden wij ook nu aan, wij gaan geen simulaties maken van eventuele voor- en nadelen.”

Sociale zekerheid
Thuiswerken kan niet alleen gevolgen hebben voor de belastingheffing, maar ook voor de toepasselijke sociale zekerheid. De sociale verzekeringssituatie van grens- en migrerende werknemers is door de EU geregeld. Hoofdregel daarbij is de zogenaamde ‘lex loci laboris’: men is sociaal verzekerd in het land waar men werkt. Daarbij mag je op jaarbasis tot 25% van de arbeidstijd in je woonland werken. Omdat fiscale wetgeving en de regels rond sociale zekerheid gescheiden materies zijn, moet ook dat aangepakt worden, zegt Jos Poukens: “Wij vinden dat je tot 40% in je woonland moet mogen werken, waarbij de werkgever toch de sociale bijdragen in z’n eigen land mag blijven betalen. Zeker nu thuiswerken stilaan ingeburgerd is als normale praktijk. Een Nederlandse werkgever ligt misschien niet wakker van de belastingaangifte van z’n Belgische werknemer, maar hij zal wel willen vermijden om de Belgische sociale-zekerheidstarieven te moeten betalen. Hoewel er evengoed bedrijven zijn die dat vandaag al correct doen.”

Op Benelux-niveau
De oproep van ACV Grensarbeiders is opgepikt door Stichting Geen Grens en heeft intussen weerklank gekregen in de ‘Benelux Interparlementaire Assemblée, die vraagt de regeringen van de drie landen om een aantal zaken te herbekijken en te harmoniseren. Ze vraagt onder meer de mogelijkheid te bestuderen om het aantal toegelaten dagen van arbeid buiten de werkstaat eenvormig op 48 te brengen voor de grenswerknemers van de drie Benelux-landen, wat neerkomt op ongeveer één dag per week.
De Assemblée gaat verder dan dat en vraagt de regeringen tevens om: een geharmoniseerd beleid te bestuderen en uit te voeren met betrekking tot het fiscale en sociale statuut van de grenswerknemers binnen de Benelux, met inbegrip van de zelfstandige ondernemers, de uitoefenaars van vrije beroepen, de bedrijfsleiders en de gedetacheerde ambtenaren; de invoering van een geharmoniseerd fiscaal en sociaal statuut te bestuderen voor de grenswerknemers die in hun woonstaat in een afstandskantoor werken; de harmonisatie van het fiscale en sociale statuut van werknemers in afstandskantoren en van thuiswerkers te onderzoeken; de definities van de categorieën van personen op wie de gevraagde maatregelen van toepassing zullen zijn eenvormig te maken.