De Nederlandse erfbelasting heft belasting over de vererving van nalatenschappen. De Nederlandse erfbelasting kan van toepassing zijn als (1) de overledene in Nederland woonde of (2) in de periode van tien jaar voor zijn overlijden in Nederland had gewoond.
Tot en met het jaar 2010 kende Nederland daarnaast het recht van overgang. Hierbij kon een soort Nederlandse erfbelasting worden geheven ook als de overledene niet in Nederland woonde (en ook niet in Nederland had gewoond in de tien jaar voor overlijden).
Het recht van overgang werd alleen geheven over specifieke, nauw met Nederland verbonden zaken, zoals in Nederland gelegen onroerend goed.
De gewone Nederlandse erfbelasting kent een hoge vrijstelling tussen echtgenoten (in 2015: € 633.014). Deze hoge vrijstelling was er niet voor het recht van overgang. Het leek daarom of er een verschil in behandeling was tussen de erfbelasting (wonen in Nederland) en het recht van overgang (wonen buiten Nederland).
De Hoge Raad heeft nu bevestigd dat dit inderdaad een verboden verschil in behandeling is en dat ook bij het recht van overgang de hoge vrijstelling tussen echtgenoten van toepassing behoort te zijn.
Het arrest van de Hoge Raad is positief, maar intussen is het recht van overgang afgeschaft. In zoverre gaat hier om een “achterhoedegevecht”.
Hoge Raad, 9 januari 2015
hits=77= / id=3819=