KB Lux weigeraar krijgt alleen boete over het jaar 1994

In Archief by robert

Hof Den Haag, 11 januari 2013
Aan de heer X zijn in het kader van een verzwegen bankrekening in Luxemburg navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting opgelegd. De heer X heeft verder alle medewerking geweigerd en geen gegevens aan de belastingdienst overgelegd. De Belastingdienst beschikt over een microfiche van de bank uit het jaar 1994 als bewijsstuk.

Omdat X niet meewerkt en geen verdere informatie geeft, wordt de bewijslast voor de belastingheffing omgekeerd. Dat betekent dat het aan X is om te bewijzen dat de door de Belastingdienst opgelegde navorderingsaanslagen over de jaren 1990-2000 onjuist zijn. X slaagt hier maar voor een beperkt deel in. Daarbij geldt nog dat het voor de belastingheffing aannemelijk is dat X niet alleen in 1994 een bankrekening met vermogen had in Luxemburg, maar ook in de overige jaren.
Daarnaast krijgt X ook nog boetes opgelegd ter hoogte van 100%. Het opleggen van boetes moet worden gezien als een strafrechtelijke sanctie. Hiervoor krijgt X dus een veel ruimere rechtsbescherming dan bij het opleggen van de belastingaanslagen. Het mag bij het opleggen van boetes niet zo zijn dat de bewijslast op X rust. Integendeel, het is aan de belastingdienst om voor ieder jaar afzonderlijk te bewijzen dat X het strafbare feit (het niet aangeven van inkomsten uit de bankrekening te Luxemburg) heeft begaan. Omdat de Belastingdienst geen andere gegevens heeft dan de microfiche uit 1994 staat alleen voor dat jaar vast dat het strafbare feit is begaan. Voor de andere jaren is er geen bewijs zodat de boetes over de andere jaren komen te vervallen.

Hoewel dit op het eerste gezicht misschien vreemd overkomt, zijn er dus grote verschillen in de rechtsbescherming tussen het belastingrecht en het strafrecht. De bescherming van X is in het strafrecht veel groter. Dit leidt ertoe dat de belastingaanslagen wel over alle jaren kunnen worden opgelegd, maar de boetes slechts over één jaar.

hits=127= / id=3341=