Na aanvankelijke afwijzingen bij de administratie en de rechtbank van eerste aanleg heeft het Hof van Beroep te Antwerpen op 4 december 2012 de heer Mattens in het gelijk gesteld. M. heeft tot na zijn studie in Nederland gewoond, waar hij geen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend. Het Hof oordeelde dat zijn AOW-uitkering onbelastbaar is, omdat de uitkering uitsluitend verband houdt met het feit dat hij gedurende een gedeelte van zijn leven in Nederland heeft gewoond. Het Hof sluit zich aan bij de visie van de advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, die bij het arrest van 12 november 2009 concludeert dat een uitkering uitsluitend gebaseerd op het feit dat men in Nederland heeft gewoond, in België niet belastbaar is. Deze visie herhaalt hij bij de arresten van 15 maart 2013.
Het arrest van 4 december 2012 druist in tegen het algemeen standpunt van de Administratie. Op de laatst mogelijke dag (25 september 2013) is de Administratie alsnog in cassatie gegaan ter zake van het arrest van het Hof van Beroep in de kwestie Mattens.
De heer Mattens: “Men beweert nu ineens dat ik mij vrijwillig verzekerd zou hebben voor de AOW voor mijn tewerkstelling in België en dat er daardoor een verband zou bestaan tussen mijn AOW-uitkering en mijn Belgische beroepsactiviteit en dat op grond daarvan mijn AOW belastbaar zou zijn. Een argument dat natuurlijk gemakkelijk te weerleggen is, maar het betekent wel dat de procedure nog voortduurt”.
Verder op deze website leest u de memorie van antwoord van de heer Mattens op de memorie van toelichting van de Federale Overheidsdienst Financiën. U kunt dit terugvinden door te zoeken in het ‘Archief’ op een of meer woorden uit de titel: “Cassatie AOW-kwestie, memorie van antwoord, arrest AR 2012/AR/62”.
Let op: andere belastingplichtigen kunnen de administratie verzoeken hun zaak aan te houden tot Cassatie uitspraak heeft gedaan in deze zaak.
hits=2707= / id=3089=