Sinds januari 2012 beschikt u over een European Health Insurance Card (EHIC) die door het CVZ wordt uitgegeven. Deze kaart is slechts geldig binnen Europa. Volgens het CVZ dient u zich bij verblijf buiten Europa voor een vergoeding van ziektekosten te wenden tot het ziekenfonds in uw woonland. Niet alle ziekenfondsen in de diverse EU-lidstaten zijn het echter hiermee eens, getuige het probleem in Frankrijk van niet-vergoede ziektekosten.
Of aan CVZ-verzekerden in België dringende geneeskundige zorg (arts, ziekenhuis) vergoed wordt, die gemaakt zijn buiten Europa, stelt Christian Horemans, expert International Affairs van de Onafhankelijke Ziekenfondsen (Brussel): “De Belgische ziekenfondsen hebben over deze problematiek duidelijke richtlijnen gekregen van de Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Nederlandse gepensioneerden die in België wonen en medische kosten hebben tijdens een verblijf buiten de Europese Economische Ruimte + Zwitserland moeten het volgende doen:
– de verzekerde moet bij CVZ nagaan of er een bilateraal verdrag bestaat tussen Nederland en het land van verblijf, waarbij ook het aspect van terugbetaling van medische zorgen behandeld wordt. Is dit het geval, is Nederland bevoegd voor de terugbetaling.
– Is er geen bilateraal verdrag van deze aard, dan kan de verzekerde een aanvraag tot terugbetaling indienen bij het Belgische ziekenfonds. Voor deze situaties voorziet de Belgische wetgeving enkel een terugbetaling van kosten voor een dringende ziekenhuisopname, en dit aan Belgisch tarief. Gaat het niet om een dringende ziekenhuisopname, dan is er geen terugbetaling van de medische kosten ten laste van de Belgische ziekteverzekering.
Franse toestanden
Er is enige beroering ontstaan in Frankrijk waar het Franse ziekenfonds CPAM de Nederlandse CVZ-verzekerden in de kou laat staan. De bron van onderstaand bericht is de FANF. FANF staat voor Fédération des Associations Néerlandaises en France. Het is een federatie, die voor de belangen opkomt van de leden verenigd in 17 Nederlandse verenigingen, die in diverse regio’s van Frankrijk te vinden zijn (www.fanf.fr).
”Sinds januari 2012 beschikt u over een European Health Insurance Card (EHIC) die door het CVZ wordt uitgegeven. Deze kaart is slechts geldig binnen Europa. Volgens het CVZ dient u zich bij verblijf buiten Europa voor een vergoeding van ziektekosten te wenden tot de CPAM. De CPAM is echter van mening dat het CVZ de instantie is die buiten Europa gemaakte ziektekosten zou moeten vergoeden. Een uitspraak van de Europese Commissie wijst er echter op dat de opvatting van de CPAM niet correct is. De CPAM beroept zich echter op een richtlijn van een andere Franse organisatie (CLEISS) waarmee het probleem nog lang niet is opgelost. Het CVZ geeft aan dat het raadzaam is om een reisverzekering af te sluiten met ziektekostendekking. Dit biedt geen volledige oplossing. In het algemeen gaan reisverzekeringen er vanuit dat men een eigen ziekteverzekering heeft waarmee kosten gemaakt in het buitenland door de reisverzekeraar kunnen worden verrekend. Soms wordt de verrekening door de reisverzekeraar zelf gedaan, soms moet u eerst zelf uw eigen verzekering aanspreken. Maar noch het CVZ, noch de CPAM zal uw declaratie accepteren. Er is dus sprake van een gevaarlijke lacune.
Bij reizen buiten Europa moet u zich als CVZ-verzekerde er goed van vergewissen dat uw reisverzekering in de huidige situatie, waarin noch het CVZ noch de CPAM zich aangesproken voelen, voldoende dekking biedt. De FANF maakt zich sterk voor een algemene oplossing van dit probleem maar dit kan veel tijd nemen. Daarom geven wij hieronder specifieke informatie waarmee men op individuele basis zijn recht kan proberen te verwerven”.
Specifieke informatie
De CPAM baseert zich op richtlijnen van het Centre des Liaisons Européennes et Internationales de Sécurité Sociale (CLEISS, zie bijlage 1 en www.cleiss.fr: Je viens vivre ma retraite en France et je suis retraité d’un Etat de l’Union Européenne). Volgens het bureau van Ria Oomen (lid van het Europese Parlement en indienster van de wijziging in de regelgeving per 1 mei 2010) is de opvatting van CLEISS niet correct onder verwijzing naar het arrest in de zaak Gottardo (zie bijlage 2 en 3). Frankrijk moet een inwoner van een lidstaat van de Europese Unie (Nederlander) net zo tegemoet komen als een Franse inwoner. Wanneer de CPAM/CLEISS dit zou accepteren, zouden we al een stap verder zijn. Het wil echter nog niet zeggen dat men dan aanspraak kan maken op vergoeding door de CPAM van ziektekosten gemaakt buiten Europa. Dit hangt af van de aanwezigheid van een bilaterale overeenkomst tussen het land waar men naar toe reist en Frankrijk. Een dergelijke bilaterale overeenkomst kan per land verschillen. Men moet dus eerst nagaan of een dergelijke bilaterale overeenkomst bestaat voor het land waar men naar toe reist. Bestaat een dergelijke overeenkomst dan is volgens het arrest Gottardo een dergelijke overeenkomst van kracht voor zowel Nederlanders als Fransen in Frankrijk.
Europese Commissie
In 2008 stelde Europarlementariër Ria Oomen hierover een vraag aan de Europese Commissie: “Een in België wonende Nederlandse gepensioneerde is op grond van art 13.2 f van verordening (EEG) nr. 1408/71(1) niet meer sociaal verzekerd in Nederland. Overeenkomstig artikel 28 van deze verordening heeft betrokkene aanspraak op medische verstrekkingen in België voor rekening van Nederland alsof betrokkene recht had op een pensioen of een rente krachtens de wettelijke regeling van de Staat op het grondgebied waarvan hij woont Artikel 3 lid 1 van verordening (EEG) nr. 1408/71 bepaalt dat… „Personen die op het grondgebied van een der lidstaten wonen en op wie de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn, hebben de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van elke lidstaat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat, behoudens bijzondere bepalingen van deze verordening.
Verder stelt lid 3 van artikel 3 van verordening 1408/71 dat „De rechten, voortvloeiende uit verdragen inzake sociale zekerheid welke krachtens artikel 7, lid 2, sub c, van toepassing blijven, alsmede uit verdragen, welke krachtens artikel 8, lid 1, worden gesloten, worden uitgebreid tot allen op wie deze verordening van toepassing is, tenzij in bijlage III anders wordt bepaald.
Naar mijn mening hebben Nederlandse verdraggerechtigden op grond van het arrest Gottardo (C-55/00) — net als rechtsreeks in België verzekerden (eigen onderdanen) — ook aanspraak op spoedeisende verstrekkingen als zij in derde land (niet EU-lidstaat bijv. USA) verblijven waarmee België een bilateraal verdrag heeft afgesloten. Hoe beoordeelt de Commissie deze conclusie?”
(Schriftelijke vraag van Ria Oomen (PPE-DE) aan de Commissie 30 juli 2008 P-4490/08)
Het antwoord van de heer Vladimír Špidla als lid van de Europese Commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken (12 september 2008) luidde: “In zijn arrest in de zaak Gottardo (1) stelt het Hof van Justitie dat, wanneer een lidstaat een bilaterale internationale overeenkomst met een derde land sluit, deze lidstaat overeenkomstig het fundamentele beginsel van gelijke behandeling verplicht is de onderdanen van andere lidstaten die op zijn grondgebied wonen, dezelfde voordelen te verlenen als die welke zijn eigen onderdanen krachtens deze overeenkomst genieten, tenzij hij een objectieve rechtvaardiging voor zijn weigering kan aanvoeren. Bij de uitvoering van de verbintenissen die zij krachtens internationale overeenkomsten zijn aangegaan, moeten de lidstaten, onder voorbehoud van artikel 307 van het EG?Verdrag, de krachtens het Gemeenschapsrecht op hen rustende verplichtingen nakomen.
Dit betekent echter niet dat het betreffende derde land verplicht is het Gemeenschapsrecht toe te passen en EU?onderdanen die op het grondgebied van een lidstaat wonen waarmee het derde land een bilaterale overeenkomst heeft, gelijk moet behandelen.
(1) Zaak C?55/00, Elide Gottardo tegen Istituto nazionale della previdenza sociale (INPS), Jurispr. 2002, blz. I?413
hits=612= / id=2016=