Grondige herziening van de regels inzake schenkings- en successierechten. Overdracht van een familiaal bedrijf

In Archief by robert

In het Vlaamse Gewest geldt op vandaag een vrijstelling van successierechten voor de activa van een familiale onderneming en voor de aandelen van en vorderingen op een familiale vennootschap (art. 60bis Vl. W.Succ.). De toepassingsvoorwaarden voor deze vrijstelling hebben de afgelopen jaren verschillende wijzigingen ondergaan. Zo werd ingevolge de economische en financiële crisis van 2008 de zogenaamde ‘loonlastvoorwaarde’ geschorst. De Vlaamse regering had aangekondigd om deze schrapping van de loonlastvoorwaarde medio 2011 te herevalueren. Voor schenkingen van dergelijke activa en aandelen geldt op vandaag een gunsttarief van 2% (art. 140bis e.v. Vl. W.Reg.).

Recent heeft de Vlaamse regering een ontwerp tot wijziging van deze twee gunstregelingen opgemaakt. De aangekondigde herevaluatie op het vlak van de successierechten blijkt nu een grondige herziening van de huidige regeling te zijn, en dit zowel op het vlak van de successierechten als op het vlak van de schenkingsrechten. Het ontwerp bevat een eerste luik over de overdracht bij schenking en een tweede luik over de overdracht bij overlijden. Aangezien de meeste familiale bedrijven zijn geïncorporeerd in één of andere vennootschapsvorm, wordt hierna niet dieper ingegaan op de familiale onderneming buiten elke vennootschapsvorm.

Eerste luik: overdracht bij schenking
De schenking van aandelen van een familiale vennootschap wordt voortaan vrijgesteld van schenkingsrechten. Het huidige verlaagde tarief van 2% wordt dus herleid tot 0%, maar de vrijstelling is wel onderworpen aan een aantal voorwaarden.

Vooreerst dient de schenker samen met zijn ruime familiale kring op het ogenblik van de schenking een participatie te hebben van ten minste 50% van het totaal aantal aandelen van de familiale vennootschap in volle eigendom. Evenwel, indien de schenker samen met een andere aandeelhouder (en diens familiale kring) een totale participatie in volle eigendom heeft van 70% of samen met twee andere aandeelhouders (en hun familiale kring) een totale participatie in volle eigendom heeft van 90%, volstaat een participatie van 30% in hoofde van de schenker (en zijn familiale kring). Deze participatievoorwaarde betekent dus dat de schenker een bepaald aantal stemgerechtigde (certificaten van) aandelen moet hebben van een familiale vennootschap.

Een familiale vennootschap is een vennootschap met zetel van werkelijke leiding in een land van de E.E.R. (die bestaat uit de Lidstaten van de Europese Unie, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) die ofwel zelf de uitoefening van een economische activiteit (nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit of vrij beroep) tot doel heeft, ofwel voor ten minste 50% participeert in een rechtstreekse dochtervennootschap die een dergelijke economische activiteit uitoefent.
De schenking van een patrimoniumvennootschap wordt uitdrukkelijk uitgesloten van de vrijstelling. Volgens de ontwerptekst is er sprake van een patrimoniumvennootschap indien een vennootschap in één van de drie boekjaren vóór de schenking terreinen en gebouwen heeft die meer dan 50% van het totaal actief uitmaken én een loonlast heeft die niet hoger is dan 1,5% van het totaal actief.
Het voldoen aan de voorwaarden wordt bewezen door een attest dat afgeleverd wordt door de door de Vlaamse Regering gemachtigde ambtenaren van de Vlaamse Belastingdienst.

Is aan de voormelde voorwaarden voldaan en wordt de vrijstelling verkregen, dan wordt deze vrijstelling slechts behouden indien gedurende drie jaar te rekenen vanaf de schenking
de vennootschap de uitoefening van de economische activiteit tot doel heeft en deze activiteit ook daadwerkelijk zonder onderbreking voortzet én
– de zetel van werkelijke leiding van de vennootschap niet wordt verplaatst naar een land buiten de E.E.R. én
– het kapitaal van de vennootschap niet wordt verminderd.

Bij niet-vervulling van de voorwaarden zijn de gewone schenkingsrechten (3% of 7%) alsnog verschuldigd.
Indien partijen opteren voor een schenking voor een buitenlandse (bijvoorbeeld Nederlandse) notaris en deze schenking niet vrijwillig ter registratie wordt aangeboden in België, zullen er alsnog successierechten verschuldigd zijn, indien de schenker overlijdt binnen een termijn van zeven jaar te rekenen vanaf de schenking. Hierbij wordt dus afgeweken van de klassieke termijn van drie jaar. De ontwerptekst is (ook) op dit punt echter onduidelijk en volgens een bepaalde interpretatie zouden ook schenkingen die van de vrijstelling genieten slechts vrij van successierechten zijn na verloop van deze termijn van zeven jaar.

Tweede luik: overdacht bij overlijden
Heeft de aandeelhouder niet (tijdig) geschonken bij leven en vallen zijn aandelen (al dan niet fictief) in zijn fiscale nalatenschap, dan is hierop niet langer de vrijstelling van successierechten van toepassing. Het ontwerp voorziet immers in een verlaagd tarief van 3% of 7%, afhankelijk van de vererving tussen echtgenoten, samenwonenden en in rechte lijn dan wel tussen anderen.
De toepassingsvoorwaarden van deze verlaagde tarieven zijn quasi-identiek aan de voorwaarden voor het bekomen van de vrijstelling van schenkingsrechten.

Bedenkingen
Wat in de nieuwe regeling meteen opvalt, is dat vorderingen op een familiale vennootschap zonder meer worden uitgesloten van de vrijstelling van schenkingsrechten en van het verlaagde tarief inzake successierechten. De reden hiervan is onduidelijk. Wij menen alvast dat dit niet echt te rijmen valt met de globale filosofie van het faciliteren van de overdracht van ondernemingen. Vele ondernemingen steunen immers (mede) op privéfondsen van de aandeelhouders die bij wijze van rekening-courant ter beschikking worden gesteld.

Daarnaast, en in tegenstelling tot de ‘oude’ regeling inzake de vrijstelling van successierechten, vereist het ontwerp geen minimale duur meer van het aandelenbezit vóór het overlijden. Dit is zonder meer een zegen voor vele aandeelhouders die bijvoorbeeld. bijtijds nog acquisities verwerven en zodoende nieuwe aandelen verkrijgen.
Nog tal van andere bedenkingen kunnen worden gemaakt bij het ontwerp, zoals de beperking tot rechtstreekse dochtervennootschappen bij een holdingstructuur en derhalve de uitsluiting van kleindochtervennootschappen, de onduidelijkheid rond de zevenjaarstermijn van de nieuwe fictiebepaling inzake successierechten, etc.

De nieuwe regeling, die in werking zou treden op 1 januari 2012, moet evenwel nog worden goedgekeurd door het Vlaamse Parlement. Het blijft dus nog even afwachten wat finaal de concrete toepassingsvoorwaarden zullen zijn. De algemene teneur van de nieuwe regeling is wel duidelijk: de overdracht bij leven wordt belangrijker. Vanzelfsprekend volgen wij deze ontwikkelingen op de voet.

De nieuwe regeling noopt in ieder geval tot het herbekijken van alle successieplanningen die geënt zijn op de ‘oude’ vrijstelling van successierechten bij overlijden. Nieuwe planningsopportuniteiten bieden zich aan. Het dan ook is raadzaam tijdig na te denken over een eventuele koerswijziging van de planning.
hits=1= / id=2007=