Een bedrijfsleider wil op zijn 78 jaar stilaan stoppen met werken en zijn bedrijf overlaten aan zijn zoon die al vele jaren in de onderneming meedraait. Om zijn andere zoon niet te benadelen, wil hij zijn aandelen niet schenken, maar verkoopt hij deze aan de holdingvennootschap die zijn ‘actieve’ zoon heeft opgericht. Deze holdingvennootschap betaalt de verkoopprijs met een éénmalig, hoog dividend dat ze ontvangt uit de overgenomen vennootschappen.
De fiscus beschouwt de verrichting als een spitsvondige juridische constructie en belast de meerwaarde die de uitbollende bedrijfsleider heeft gerealiseerd bij de verkoop aan de holdingvennootschap van zijn zoon. Volgens de fiscus gaat het immers om een meerwaarde die voortkomt uit een ‘abnormale’ verrichting. Enkel meerwaarden die kaderen binnen het ‘normale’ beheer van iemand zijn privé vermogen, zijn onbelast.
De rechtbank te Hasselt geeft de fiscus in eerste aanleg gelijk. Het Hof van Beroep te Antwerpen ziet het echter anders en treedt de belastingplichtige bij. De transactie geschiedde binnen een louter familiale context en een fiscaal ‘slimme’ structuur is daarom nog niet ‘abnormaal’ (Antwerpen, 28 juni 2011).
De hele commotie kan trouwens verwonderen, nu de rulingdienst verscheidene malen groen licht heeft gegeven voor soortgelijke transacties. Maar wie hieromtrent rechtszekerheid wil verkrijgen, zal wel een individuele ruling moeten aanvragen.
hits=1= / id=1839=