Een inwoonster van België had een deel van haar erfenis nagelaten aan een Duitse vereniging. Voor deze verkrijging werd een aanslag opgelegd naar een tarief van 80%. Dit terwijl (internationale) verenigingen zonder winstoogmerk een beroep kunnen doen op een verlaagd tarief van 7%. Een beroep op dit verlaagde tarief werd door de Belgische fiscus in dit geval echter niet gehonoreerd, omdat de vereniging niet in België is gevestigd en de erflaatster geen band met Duitsland had. Het Europese Hof van Justitie heeft nu geoordeeld dat de voorwaarden van de Belgische regeling om het verlaagde tarief te verkrijgen, in strijd zijn met het Europese gemeenschapsrecht.
hits=0= / id=1777=