In twee artikelen een aantal mogelijkheden van vermogensoverheveling naar de volgende generaties. In het eerste deel de handgift en burgerlijke maatschap. Deel 2 gaat over de Angelsaksische trust en Stichting Particulier Fonds.
Bij het adviseren van vermogende Nederbelgen bestaat veel onduidelijkheid over de diverse mogelijkheden van vermogensoverheveling. Middels dit artikel willen we een beknopt overzicht verstrekken van de diverse vermogensstructuren die in de praktijk worden toegepast en werkbaar zijn gebleken. Bij deze structuren dient men echter bedacht te zijn op de specifieke fiscale kenmerken van ingezetenen van België die de Nederlandse nationaliteit hebben en minder dan tien jaar geleden naar België zijn geëmigreerd.
1. De handgift
Bij de handgift draagt de schenker onherroepelijk een bepaalde (on)lichamelijke roerende zaak over aan de begiftigde. Het betreft in deze bijvoorbeeld inboedelgoederen, (kas)geld en aandelen aan toonder. De handgift is niet aan een bepaalde vorm gebonden, alleen is het wel zeer belangrijk dat er een bewijs is van de datum en de omvang Het opmaken van een akte voor een Belgische notaris ligt dus voor de hand, echter alsdan is registratierecht in België verschuldigd. De handgift is vrij van Belgisch registratierecht als op een andere wijze bewijs kan worden geleverd. In de praktijk komen wij zoal de volgende methoden tegen:
a. bij de handgift van een geldsom verzendt de schenker een aangetekende brief aan de begiftigde. In deze brief kan de schenker zijn voornemen, om een handgift aan de begiftigde te doen, uiten en de begiftigde vragen om op een bepaalde datum in een bepaald bankkantoor aanwezig te zijn om de geldsom in ontvangst te nemen. Op de afgesproken datum zal de schenker het geld van zijn bankrekening halen en de begiftigde zal het geld na ontvangst op zijn rekening storten. De begiftigde zal tevens per aangetekende brief deze schenking aanvaarden.
Door de data die op deze brieven vermeld staan en de eventuele bankdocumenten ontstaat er het bewijs van een datum, dat door de fiscus in België wordt aanvaard.
b. Een in de praktijk vaak gehanteerd bewijsmiddel is een akte van schenking verleden voor een Nederlandse notaris, zodat er in een officieel document vastligt op welke datum en in welke omvang er een handgift heeft plaatsgevonden. Doordat deze akte niet in België wordt geregistreerd, zijn er geen registratierechten verschuldigd. Als voorwaarde voor de vrijstelling van registratierecht geldt dat de schenker nog drie jaar in leven blijft na de handgift
In voorkomende gevallen kan een emigratie naar Nederland plaatsvinden na 180 dagen na de handgift. In zo’n geval is bij overlijden binnen de driejaarstermijn noch in Nederland noch in België heffingsrecht (schenkings- en/of successierecht) verschuldigd over de gedane handgift.
Een handgift wordt voor kinderen beschouwd als een voorschot tijdens leven op de erfenis die een kind na het overlijden van zijn ouder(s) zal verkrijgen. Indien ouder(s) een handgift doen aan één van hun kinderen komt dit in beginsel in mindering op het erfdeel van het betreffende kind. Het is echter ook mogelijk dat door de ouders uitdrukkelijk wordt bepaald dat de schenking buiten het erfdeel om zal plaatsvinden. De schenking buiten het erfdeel om kan echter nooit meer zijn dan het beschikbare gedeelte van de nalatenschap.
In het Vlaams Gewest is het mogelijk om de voorwaardelijke vrijstelling van het registratierecht vrijwillig om te zetten in een definitieve heffing, van 3% voor een handgift van ouders aan hun kinderen of 7% voor overige handgiften, waarmee de driejaarstermijn komt te vervallen. Men kan op ieder gewenst moment kiezen voor deze vrijwillige afkoop.
Een ‘Nederbelg’ die minder dan tien jaar geleden uit Nederland is geëmigreerd moet er rekening mee houden dat er in geval van een handgift in Nederland op grond van een fictie in de Successiewet schenkingsrecht over de gedane gift is verschuldigd.
2. De burgerlijke maatschap
De burgerlijke maatschap is een overeenkomst tussen twee of meer personen (de vennoten) waarbij als doelstelling is geformuleerd het beheer van vermogen of vermogensbestanddelen (meestal effecten). Ieder van de vennoten brengt daarbij zijn vermogensbestanddelen in en vertrouwt die toe aan de zaakvoerder (het hoofd) van de burgerlijke maatschap. De gerealiseerde beleggingsresultaten komen ten goede aan de vennoten en de algemene vergadering van vennoten besluit jaarlijks over het uitkeringsbeleid. De maatschap kan zowel voor bepaalde als voor onbepaalde duur worden opgericht. De overeenkomst wordt normaliter schriftelijk vastgelegd en kan desgewenst in een notariële akte worden opgenomen. De oprichtingsakte van de burgerlijke maatschap hoeft niet te worden geplaatst in het Belgisch Staatsblad en de maatschap hoeft zijn financiële gegevens niet jaarlijks te publiceren.
De burgerlijke maatschap is een vermogenstructureringsinstrument dat niet direct besparingen van toekomstig schenkings-, successie- of registratierecht bewerkstelligt. Het is met name bedoeld als een beheersvehikel waarbij het eerder overgedragen vermogen aan kinderen of andere begunstigden onder het beheer blijft van de schenker.
Het is daarnaast echter mogelijk om de aandelen van de burgerlijke maatschap te schenken aan de kinderen en de voormelde belastingen te besparen. Dit kan niet geschieden door middel van de hierboven reeds vermelde handgift, omdat deze wijze van schenken niet mogelijk is voor aandelen op naam. De aandelen dienen derhalve geschonken te worden via een notariële akte, waarna 3% registratierecht verschuldigd is. De akte van schenking kan echter verleden worden voor een Nederlandse notaris. In dit laatste geval is er geen registratierecht verschuldigd, maar geldt wel de voorwaarde dat de schenker de schenking drie jaar dient te overleven.
In de statuten wordt veelal opgenomen dat de ouders zaakvoerder zijn voor het leven, zodat zij levenslang de controle behouden over het vermogen van de burgerlijke maatschap. Het is mogelijk in de statuten reeds een zaakvoerder-opvolger te benoemen, voor het geval de ouders komen te overlijden en er minderjarige kinderen zijn.
Deze vorm van – meestal – familiair vermogensbeheer is ook toepasbaar voor ‘Nederbelgen’ die minder dan tien jaar geleden uit Nederland geëmigreerd zijn. Ingeval van schenking van een aandeel in de burgerlijke maatschap door een ‘Nederbelg’, die nog geen tien jaar geëmigreerd is, is weer schenkingsrecht in Nederland verschuldigd (zie hiervoor).
hits=2= / id=1590=