Een vader die onder het Belgische beschermingsstatuut van het voorlopig bewind was geplaatst en derhalve handelingsonbekwaam was, had niettemin twee hypothecaire leningen kunnen afsluiten bij een financiële instelling. De op die manier verkregen gelden had hij integraal aan zijn kinderen geschonken. Ten slotte sloot hij ook nog een derde lening af bij een andere financiële instelling om de eerste twee leningen terug te kunnen betalen. De bewindvoerder vorderde de nietigverklaring van de drie leningen. Het Hof van beroep verklaart deze drie leningen nietig, omdat ze waren afgesloten door een handelingsonbekwame. De enige vraag in het geding was of de vader diende te worden veroordeeld om de ontleende gelden integraal terug te betalen of niet. Terugbetaling kan door de financiële instelling enkel worden gevorderd indien het betaalde tot voordeel van de handelingsonbekwame heeft gestrekt (art. 1312 en 1241 Belgisch Burgerlijk Wetboek). Het Hof van beroep te Brussel oordeelde dat de leningen de vader tot voordeel hadden gestrekt, omdat hij de kapitalen afkomstig uit de eerste twee hypothecaire leningen integraal aan zijn kinderen had gegeven. Het Hof van Cassatie verbreekt dit arrest, omdat het Hof van beroep het begrip “voordeel” in voormelde wetsbepalingen heeft miskend. Uit dit arrest kan worden afgeleid dat het voordeel betrekking moet hebben op het eigen patrimonium van de handelingsonbekwame (toename van het actief of vermindering van het passief). Het feit dat de kinderen later van hun vader zouden erven, doet daaraan geen afbreuk (Hof van Cassatie 24 juni 2011).
Dat de kinderen voordeel kunnen halen uit een dergelijke techniek, is duidelijk. Stel dat de vader een onroerend vermogen heeft van 1.500.000 euro, en drie kinderen heeft. Indien de vader niets doet betalen de drie kinderen samen 261.000 euro successierechten. Indien de (handelingsbekwame) vader een lening van 750.000 euro afsluit en deze gelden aan zijn drie kinderen schenkt (aan 3% schenkingsrechten), betalen de kinderen samen slechts 22.500 euro schenkingsrechten en 58.500 euro successierechten. Vraag is echter of deze techniek thans nog bruikbaar is gelet op de antimisbruikbepaling (zie NBM september, p. 78).
hits=3= / id=1516=