In de nasleep van de Panama Papers heeft de federale regering een akkoord bereikt over een reeks nieuwe maatregelen ter bestrijding van fiscale fraude. Het betreft voornamelijk proceduremaatregelen. Een aantal van die maatregelen zou reeds opgenomen zijn in een voorontwerp van Programmawet. De informatie hieronder steunt op de beperkte bronnen die momenteel beschikbaar zijn. De maatregelen kunnen uiteraard nog wijzigingen ondergaan tijdens de behandeling in het federaal parlement. Hieronder een greep uit de aangekondigde maatregelen.
a) Verhoging van de boete bij niet-naleving aangifteplicht juridische constructie
Via de programmawet van 10 augustus 2015 werd met retroactieve kracht vanaf 1 januari 2015 de Kaaimantaks ingevoerd. Deze doorkijkbelasting kwam tot stand met als doel om inkomsten behaald via een juridische constructie te belasten in hoofde van oprichters of derde-begunstigden. Belangrijk onderdeel van de Kaaimantaks betreft de aangifteplicht in de aangifte personenbelasting of rechtspersonenbelasting inzake het bestaan van de juridische constructie.
Recent werd de omvang van deze aangifteplicht nog uitgebreid met als gevolg dat niet langer de melding van het louter bestaan van een juridische constructie volstaat, maar ook de volledige naam, de rechtsvorm, het adres en desgevallend het identificatienummer van de juridische constructie dient gemeld te worden. Voor oprichters van “Type 1” constructies (i.e. trusts en fiduciaire verhoudingen) gaat de wetgever zelfs nog een stap verder en slaat de aangifteplicht ook op de naam en het adres van de beheerder. Ten slotte zullen de belastingplichtigen die zich in het kader van de Kaaimantaks wensen te beroepen op de substance uitsluiting dit voortaan jaarlijks dienen in te vullen in de aangifte, ook moeten zij de documenten om dat te staven ter beschikking houden van de fiscus.
Indien de belastingplichtigen onder de Kaaimantaks nalaten om het bestaan van een juridische constructie te melden, kan de fiscus en in bepaalde gevallen zelfs het Openbaar Ministerie een aantal sancties opleggen. Zo kan de fiscus besluiten tot het opleggen van een administratieve geldboete. Tot voor kort bedroeg deze boete maximaal 1.250,00 euro. In de nasleep van de Panama Papers voorziet het voorontwerp van Programmawet de invoering van een nieuwe administratieve boete. Bij niet-naleving van de aangifteplicht inzake juridische constructies zou een boete kunnen worden opgelegd van 6.250,00 euro. De boete zou toe te passen zijn per kalenderjaar en zou afzonderlijk toepasbaar zijn op elke niet-aangegeven juridische constructie en dit vanaf inkomstenjaar 2015.
b) Verlengde onderzoeks- en aanslagtermijn voor buitenlandse inlichtingen
Het voorontwerp van programmawet voorziet in een verlenging van de onderzoekstermijn en aanslagtermijn tot 24 maanden wanneer de Belgische fiscus inlichtingen ontvangt uit het buitenland die uitwijzen dat inkomsten niet werden aangeven in de loop van de vijf jaar die voorafgaan aan het jaar waarin de inlichtingen zijn verkregen. De verlengde termijn zou gelden ongeacht de bron op grond waarvan de inlichtingen werden verkregen (dubbelbelastingverdrag, multilateraal verdrag, Tax Information Exchange Agreement, EU Richtlijn, CRS, Fatca enz.). De voormelde termijn van vijf jaar zou verlengd worden naar 7 jaar in geval van fraude.
c) Afsluiten van een Tax Information Exchange Agreement (TIEA) tussen België en Panama
België zal opnieuw onderhandelen met Panama om te komen tot het sluiten van een akkoord over de uitwisseling van belastinggegevens.
d) Toegang tot informatie bewaard bij het Centraal Aanspreekpunt (CAP) substantieel verruimd
Bij het CAP worden onder meer inlichtingen gecentraliseerd omtrent de Belgische bankrekeningen. Ook de gegevens van de buitenlandse rekeningen waarvan het bestaan werd gemeld bij het CAP zijn opgenomen in het CAP. Tot nu toe had enkel de fiscus toegang tot het CAP in het kader van welbepaalde procedures. De toegang tot het CAP zou nu verruimd worden, zodat ook de CFI (of witwascel), het Openbaar Ministerie en meer fiscale ambtenaren eveneens toegang zullen krijgen.
e) Nieuwe meldplicht voor Belgische financiële instellingen aan de cel voor financiële informatieverwerking (CFI of witwascel)
Als een Belgische financiële instelling banden heeft met een belastingparadijs of betalingen verricht naar een belastingparadijs, dan zou dat in de toekomst verplicht gemeld moeten worden aan de CFI (of witwascel).
f) Verruiming van de aangifteplicht voor Belgische vennootschappen van betalingen naar belastingparadijzen
De criteria zullen worden verruimd voor het opstellen van de lijst van laagbelaste landen waarvoor in de aangifte vennootschapsbelasting melding moet worden gemaakt van betalingen naar die landen (van minstens 100.000 EUR). De bedoeling is dat onder meer de betalingen naar Panama eveneens zouden worden geviseerd.