Als er ooit zaken snel kunnen veranderen, dan is het nu. Op veel vragen die er vorige maand waren, is er inmiddels een antwoord. Er is daarbij zoveel informatie dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. In dit opvolgende interview wordt er een overzicht gegeven van wat er mogelijk is en waar je precies moet zijn. Ook worden wat nieuwe moeilijkheden besproken waar nog niet altijd een oplossing voor is.
We kwamen de vorige keer tot de conclusie dat de sociale zekerheid voor werknemers wel op orde was. Zij blijven vallen onder de sociale zekerheid van het land waar zij voor de crisis ook al onder vielen. Is hier nog nieuws?
Er zijn inderdaad afspraken gemaakt om voor werknemers alles zoveel mogelijk bij het oude te houden. Als zij nu thuiswerken, maar ze normaal gesproken op kantoor waren verschenen in het andere land, dan geldt de thuiswerkdag toch voor de sociale zekerheid als een dag op kantoor. Hierdoor kan alles bij het oude blijven. Er zijn op dit moment geen signalen dat hiervan afgeweken gaat worden. Dat sluit ook aan bij wat wij verwachten, namelijk dat deze maatregel zo blijft totdat de beperkingen om naar je werkplaats te gaan in beide landen zijn opgeheven.
Voor zelfstandigen was er veel meer onduidelijkheid. Hoe is het nu?
Een belangrijk probleem was hier dat Nederland alleen tegemoetkomingen wilde geven aan de eigen inwoners, en niet aan Belgische inwoners met een onderneming in Nederland. België daarentegen stelde ook regelingen open voor niet-inwoners van België die wel als zelfstandige in België sociaal verzekerd waren. Doordat Nederland dit niet deed, konden er zelfstandigen tussen wal en schip vallen. Toch zijn er een aantal positieve ontwikkelingen. We noemen enkele opvallende punten.
Inmiddels heeft Nederland aangegeven dat de TOGS, de gift van € 4.000 voor bepaalde specifiek getroffen ondernemers/ beroepen, ook toegekend zal worden aan niet-inwoners als zij een onderneming in Nederland hebben met een fysieke vestigingsplaats die ook staat ingeschreven in de Nederlandse Kamer van Koophandel.
Daarnaast is er de TOZO: die bestaat uit twee delen, namelijk de mogelijkheid voor een specifieke bedrijfslening voor ondernemingen in de problemen en daarnaast een uitkering die dient voor levensonderhoud (tot maximaal een bedrag van € 1.500 per maand).
Voor de uitkering zal worden aangesloten bij de woonplaats. Iedere in Nederland woonachtige zelfstandige moet dus bij zijn eigen gemeente de uitkering aanvragen. Ook zelfstandigen die in Nederland wonen, maar die buiten Nederland werken, kunnen een beroep doen op deze regeling. De Nederlandse inwoner met een Belgische onderneming kan dus deze regeling gaan aanvragen. Omdat inwoners van België met een Nederlandse onderneming niet in Nederland wonen, kunnen zij helaas (nog steeds) niet in aanmerking komen voor een uitkering uit Nederland.
Voor de bedrijfslening geldt het omgekeerde. Als de onderneming zich in Nederland bevindt, dan kan een bedrijfslening worden aangevraagd. Het maakt niet uit dat de zelfstandige in België woont. Omdat er dan geen Nederlandse woonplaatsgemeente is waar zij de aanvraag kunnen doen, is er één gemeente in Nederland aangewezen die alle aanvragen uit het buitenland zal gaan behandelen. De aangewezen gemeente is Maastricht. Hier kunnen ze dus alleen maar aankloppen voor de bedrijfslening, voor de uitkering worden ze verwezen naar hun woonland.
Er zijn in Nederland dus inmiddels stappen gezet, maar het is zeker nog niet altijd ideaal.
De vorige keer hebben jullie verteld dat er ook voor de belastingheffing best wel een paar aandachtspunten waren. Hoe staat het inmiddels daarmee?
We hebben de vorige keer een uitleg gegeven over de werking van het belastingverdrag tussen Nederland en België. De tekst van het verdrag leidt ertoe dat als je thuis werkt in plaats van bij je werkgever in het andere land, de belastingheffing over het loon dan over zal gaan van de werkstaat naar de woonstaat. Dit kan op allerlei manieren gevolgen hebben, ook bijvoorbeeld voor de kwalificerende buitenlandse belastingplicht die eist dat ten minste 90% van je inkomen belast wordt in Nederland. De kwalificerende buitenlandse belastingplicht maakt het mogelijk om Nederlandse aftrekposten te claimen zoals de hypotheekrenteaftrek.
Daarbij hebben we ook aangegeven dat het logisch zou zijn als België en Nederland afspraken zouden maken op grond waarvan thuiswerken tijdens de Corona-crisis zou worden gezien als toch werken in je gebruikelijke werkstaat.
Het heeft daarna een tijdje geduurd, maar België en Nederland zijn uiteindelijk toch tot afspraken hierover gekomen. Deze afspraken leiden er inderdaad toe dat als je nu een dag moet thuiswerken waar je normaal gesproken naar je werkgever toe zou zijn gegaan in je werkland, dat dit dan tijdens de crisis zal worden gezien als werken in je normale werkland. De belastingheffing gaat dan dus in zoverre niet over naar je woonland. Hierdoor kunnen werknemers die normaal gesproken kunnen voldoen aan bijvoorbeeld de 90%-regel ook nu tijdens de crisis hieronder blijven vallen.
De regeling zal voor velen een oplossing zijn. Het biedt eigenlijk de mogelijkheid dat voor de belastingheffing alles bij het oude blijft voor werknemers, waarbij je belast wordt in je normale werkstaat. Het is in zoverre zelfs vormgegeven als een keuzemogelijkheid. Je mag er gebruik van maken, maar dit moet niet. Als je de hoofdregels uit het belastingverdrag wil gaan volgen en voor het thuiswerken tijdens Corona belast wil worden in het woonland, dan kan dat ook.
Als je gebruik wil maken van de nieuwe oplossing moet je wel kunnen laten zien dat je normaal gesproken (dus buiten de crisis om) naar je werkland Nederland of België zou zijn gereisd en dat je alleen vanwege de Corona-maatregelen dat nu niet hebt kunnen doen. Alleen dan staat de nieuwe regeling voor je open. Als je daarentegen normaal gesproken op die dag toch al had thuisgewerkt, of als je in een ander land dan Nederland of België zou hebben gewerkt, dan geldt deze uitzondering niet. In dat geval zal de belastingheffing (vrijwel altijd) toegewezen zijn aan de woonstaat. Het is natuurlijk wel van belang om goed te overzien wat de gevolgen van je keuzes zullen zijn. Met name omdat de keuzes die je maakt ook invloed kunnen hebben op bijvoorbeeld de kwalificerende buitenlandse belastingplicht of op de (bijzondere) compensatieregeling. In bepaalde uitzonderingssituaties zou bijvoorbeeld de bijzondere compensatieregeling in gevaar kunnen komen.
Deze afspraken gelden vanaf 11 maart tot 31 mei 2020. Als dat nodig is, zullen Nederland en België besluiten deze maatregel nog verder te verlengen
Dat zijn toch ook positieve berichten!
Jazeker. We zien dat het soms even duurt maar dat er over het algemeen goede oplossingen komen voor de uitdagingen die de Coronacrisis met zich meebrengt. Bij de belastingheffing is het zelfs zo dat je een beetje kunt gaan kijken wat voor jou het meest ideaal is: de regels uit het belastingverdrag toepassen of nu gebruik maken van de Coronaregels.
Het is vooral fijn dat de overheden van Nederland en België op deze manier duidelijkheid geven. Je weet nu een stuk beter waar je aan toe bent, wat de gevolgen voor je zijn en waar je eventueel nog naar kunt gaan kijken.
Zulke stappen bieden ook een stukje meer vertrouwen aan de mensen, en dat is in deze tijd natuurlijk helemaal belangrijk!