Conclusie A-G over Belgische pensioenregeling

In Archief by robert

Conclusie A-G Niessen, 20 december 2019

In deze zaak werkte een Belgische inwoner in België. Het concern waar hij werkt stelt hem vervolgens tewerk in Nederland bij de Nederlandse afdeling van het concern. Hij blijft ondertussen wonen in België en hij blijft deelnemen aan de Belgische pensioenregeling.
Het bijzondere aan Belgische pensioenregelingen -vanuit Nederland bezien- is dat het in België doorgaans perfect is toegestaan om een pensioen af te kopen. Er kunnen dan -onder voorwaarden- zelfs gunstige belastingtarieven van toepassing zijn. In Nederland daarentegen is het in principe verboden om een pensioen af te kopen. Omdat een Belgische pensioenregeling dus niet voldoet aan de Nederlandse normen, is het voor de in Nederland werkende Belg in beginsel niet mogelijk om belastingvrij zijn pensioen op te blijven bouwen bij de Belgische verzekeraar. Dat wil zeggen dat de pensioenpremies dan bij de werknemer belast zijn als loon (en ook niet kunnen worden afgetrokken). De omkeerregel wordt niet toegepast.
Als tijdelijke tegemoetkoming is het onder voorwaarden voor hem toch mogelijk om gedurende vijf jaar nog te blijven deelnemen aan de Belgische pensioenregeling. Nederland gaat in die vijf jaar geen belasting heffen over de bijdragen. Na afloop van deze vijf jaar is dit niet meer mogelijk, en feitelijk wordt de Belgische werknemer daardoor min of meer verplicht om na vijf jaar aan een Nederlandse pensioenregeling deel te gaan nemen.
De werknemer was het hier niet mee eens en ging in beroep. Bij het Hof Den Bosch heeft hij gelijk gekregen. Er is nu cassatie bij de Hoge Raad aangetekend. De Advocaat-Generaal komt in zijn advies tot de conclusie dat de werknemer geen gelijk heeft. Er zou onder meer geen sprake zijn van een verboden belemmering van het vrije verkeer. Maar het is nog maar de vraag of dit zo is. Heel interessant daarbij is de vraag of de Nederlandse voorwaarde dat het pensioen niet-afkoopbaar moet zijn, het zal gaan redden. Zeker, nu er mogelijk een wetsvoorstel in gaat worden gediend die het in Nederland mogelijk gaat maken om tot 10% van het pensioenkapitaal af te kopen. In hoeverre kan dan nog worden volgehouden dat het afkoopverbod een redelijke eis binnen het Nederlandse pensioensysteem is in vergelijking met bijvoorbeeld België?