De langstlevende wettelijk samenwonende heeft recht op het vruchtgebruik van de gemeenschappelijke verblijfplaats en de daar aanwezige huisraad. De langstlevende echtgenoot erft daarentegen het vruchtgebruik op de hele nalatenschap van de overledene. Aan het Grondwettelijk Hof werd gevraagd of dat niet discriminerend is (GwH 7 november 2013, nr. 151/2013)
Volgens het Hof schendt die verschillende behandeling het gelijkheidsbeginsel niet. De wetgever wilde met de invoering van het (beperktere) erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in een maatschappelijke behoefte voorzien door te vermijden dat die onmiddellijk uit de gezinswoning kan worden gezet. Het beperktere erfecht doet geen afbreuk aan de rechten van de langstlevende samenwonende, omdat de beperktere rechtsbescherming die aan hen wordt geboden het gevolg is van hun keuze voor een wettelijke samenwoning in plaats van voor een huwelijk.
hits=105= / id=3479=