In artikel 747 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek wordt het principe van de ‘wettelijke terugkeer’ geformuleerd. Dit principe bepaalt dat geschonken goederen in bepaalde gevallen kunnen ‘terugkeren’ naar de schenker bij het (voor)overlijden van de begiftigde. Aan de wettelijke terugkeer zijn wel een aantal voorwaarden verbonden: het dient te gaan om een schenking van een ascendent (bv. een ouder) aan een descendent (bv. een kind), de begiftigde dient kinderloos te overlijden én de geschonken goederen dienen nog in natura in de nalatenschap van de begiftigde aanwezig te zijn (of, indien zij intussen werden vervreemd, dient de schuldvordering nog in de nalatenschap aanwezig te zijn).
Op deze wettelijke ‘terugkeer’ diende de schenker tot voor kort successierechten te betalen. Doordat de goederen definitief geschonken waren aan de begiftigde, bevonden zij zich immers in de nalatenschap van de begiftigde, met een heffing in de successierechten tot gevolg. In het slechtste geval diende de schenker dus twee maal belastingen te betalen om uiteindelijk zijn oorspronkelijke eigen goederen terug te krijgen: een eerste maal bij de schenking (in de mate het een belaste schenking betrof), een tweede maal bij de wettelijke terugkeer.
Sinds het decreet van 6 december 2013, in werking sinds 24 januari 2014, zijn verkrijgingen door wettelijke terugkeer in het Vlaamse gewest echter uitdrukkelijk vrijgesteld van successierechten. Een wettelijke terugkeer ingevolge het overlijden ná 23 januari 2014 van een begiftigde inwoner van het Vlaams gewest kan dus niet meer aan successierechten worden onderworpen.
Aan de onvolmaaktheden van de ‘wettelijke terugkeer’ (te weten het beperkte toepassingsgebied enerzijds en de vroegere heffing in de successierechten anderzijds) werd in de praktijk van de successieplanning al enige tijd tegemoet gekomen door in de schenkingsakte een eenvoudige clausule van ‘conventionele terugkeer’ te bedingen. Dergelijke conventionele terugkeer kan vooreerst in een veel ruimere (zelf te bepalen) context worden toegepast (bijvoorbeeld ook indien het geschonken goed zich niet meer in natura in de nalatenschap bevindt of ook wanneer de schenker geen ascendent van de begiftigde is). Daarnaast kan dergelijke conventionele terugkeer al van vóór 24 januari 2014 onbelast plaatsvinden. Het decreet van 6 december 2013, dat een vrijstelling in successierechten invoert voor een verkrijging bij wijze van wettelijke terugkeer, heeft in de praktijk dus slechts een geringe impact.
hits=161= / id=3478=