Wonen in België, werken in Nederland en een beetje in België

In Archief by robert

Inge woont in België en werkt voor een Nederlandse bank. Zij werkt hoofdzakelijk in Nederland en een beetje in België. Dat werk in België bestaat uit thuiswerken (cliëntdossiers, werkvoorbereiding) en cliëntbezoek. Waar moet zij belasting betalen?

Op het eerste oog lijkt dit eenvoudig. In beide landen moet ze belasting betalen naar mate zij werkzaamheden verricht op dat grondgebied. Nederland zou belasting mogen heffen voor de arbeid in Nederland. België mag het hele inkomen belasten en geeft een belastingvermindering voor het Nederlandse deel (veronderstellende dat Inge slechts in die twee landen werkt), zodat België slechts de ín België verrichte arbeid belast.

Nederlandse wet
Maar, wat doet Nederland? Nederland heeft een arbeidsplaatsfictie in de nationale wet staan. Zo’n fictie is niets meer of minder dan een (wettelijke) verdraaiing van de feiten. In de wet staat dat de werkzaamheden allemaal ín Nederland ‘worden geacht’ te zijn geweest, ook al zijn deze niet in Nederland verricht. Deze fictie geldt zodra Inge één dag (of meer) in Nederland werkt voor een in Nederland gevestigde werkgever. Door het wettelijk transformeren van Belgische werkzaamheden in Nederlandse werkzaamheden is ineens Nederland bevoegd belasting te heffen over (ook) de in België verrichte arbeid.

Belastingverdrag
Gelukkig voor Inge steekt het belastingverdrag een stokje voor de Nederlandse hebberigheid. Ook het gerechtshof zegt “dat Nederland belasting mag heffen ter zake van de uitoefening van de dienstbetrekking in Nederland. Voor zover de dienstbetrekking niet in Nederland is uitgeoefend, heeft Nederland geen heffingsrecht”. En dan komt het allemaal toch weer goed. Toch?

Helaas, voor Inge, werkt het toch niet goed uit. Beide landen nemen het standpunt in dat zij bevoegd zijn ál het inkomen te belasten, verminderd met het ín het andere land verdiende inkomen. Inge moet in beide landen in belastingvermindering claimen. Zij moet twee keer bewijzen hoeveel in het andere land is gewerkt. Voor zover de arbeid niet (meer) aan een land te koppelen is wordt deze dubbel belast. Het is net zoiets als een kleurenschaal met zwart en wit. In plaats van dat beide landen zeggen: wij belasten alleen onze kleur, zeggen beiden: wij belasten alles minus de andere kleur. En wat gebeurt er dan met het tussenliggend grijs gebied? Beide pikken dit in en heffen daarover belasting. Ik ben het niet eens met het gerechtshof en vind dat Nederland te veel heft. Ben benieuwd hoe de Hoge Raad dit zal zien, nu Inge in cassatie is gegaan.

Aanvullende gemeentebelasting
Ook de in België geheven Aanvullende gemeentebelasting kwam weer eens ter sprake. Het mocht Inge niet baten. Nederlandse rechters vinden dat de Aanvullende gemeentebelasting niet wordt geheven dóór de staat, maar dóór de gemeente. En alleen als deze belasting zou worden geheven door de Belgische staat, dan zou Inge een vrijstelling krijgen in Nederland. Nu is het weliswaar zo dat de Aanvullende gemeentebelasting door de Belastingadministratie wordt ‘gevestigd’, ‘ingekohierd’, ‘uitvoerbaar verklaard’ en ‘geïnd’, maar daarmee zou het nog niet zo zijn dat de belasting door de staat wordt geheven. Volgens het gerechtshof zijn niet deze heffingshandelingen bepalend, maar is relevant dat in de Belgische (nationale) wet staat dat “de Aanvullende belasting door de gemeente wordt geheven”. Volgens het hof “gaat het om dit ‘formele’ begrip en niet om de ‘materiële’ heffingshandelingen”.

Praktisch gevolg
Wat staat Inge, net als alle andere grensarbeiders, nu te doen? Goed vastleggen en onderbouwen waar zij feitelijk werkt. De Belgische belastingadministratie zal haar een belastingvermindering verlenen voor zover zij Nederlandse uren kan bewijzen. De Nederlandse belastingdienst geeft een vermindering voor Belgische uren. Niet-bewezen uren worden door beide landen belast.

Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 7 december 2012, nr. 11/00437, (www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BY7605)

hits=219= / id=3106=