Vraag van lezer: een pensioenuitkering boven de € 25.000

In Archief by robert

Geachte leden van de redactie,

Ik heb een fiscaal dispuut en dit wilde ik aan u voorleggen en u verzoeken mij mede te willen delen of u met soortgelijke zaken al ervaringen hebt opgedaan. Het betreft het volgende geval.

Vanuit Nederland heb ik een pensioenuitkering wat boven de € 25.000,- ligt en wat derhalve dus in Nederland volgens het Nederlandse belasting- en sociale wetgevingsregime wordt belast. Deze pensioenuitkering wordt ook in België als inkomsten gezien en opgeteld bij mijn overige inkomsten (onder andere overige pensioeninkomsten, AOW, etc.). Vervolgens bepaald men de heffing welke volgens het progressieve beginsel berekend wordt.

Nu heb ik wel onlangs van de Belgische fiscus vrijstelling van de Nederlandse pensioenuitkering gekregen, echter dit betreft een vrijstelling met “progressie voorbehoud”. Dit houdt in dat de Belgische fiscus dezelfde progressieve berekening loslaat op mijn totale inkomen zoals voorheen (dus inclusief mijn Nederlands pensioen) en wederom de heffing bepaald. Hierna neemt men de enkele pensioenuitkering uit Nederland, bepaalt van dit enkele bedrag wat de heffing zou zijn en trekt dit af van de eerste heffing. U zult begrijpen dat door deze manier van progressiviteit van de eerste berekening ik geen of nauwelijks geen profijt heb van het belastingverdrag tussen Nederland en België in verband met voorkoming van dubbele belastingheffing en ik toch een vorm van “dubbele” belasting betaal door de progressieve berekeningsmethode van mijn Nederlands pensioen in mijn totaal inkomen in België.
Ik vind dat men tegen de geest ingaat van het verdrag, wat bedoeld is om dubbele belastingheffing tussen Nederland en België te voorkomen en dat men een slinkse manier heeft gevonden om binnen de kaders van de wet toch te kunnen opereren en te profiteren.
Mijn bezwaarschrift (via mijn adviseur) ligt al sinds oktober vorig jaar bij de Gewestelijke Directie Antwerpen II, maar tot nu toe geen enkele reactie. Ook in het parlement schijnen er al vragen hieromtrent gesteld te zijn en naar verluid met ongunstige vooruitzichten.
Dit onderwerp lijkt mij typisch iets voor uw blad, want er zullen toch wel meer Nederbelgen met deze situatie geconfronteerd zijn/worden.

Antwoord
Uit uw vraagstelling blijkt dat u als inwoner van België de volgende inkomsten geniet.
1. Een AOW-uitkering uit Nederland
2. Een Nederlandse pensioenuitkering van meer dan € 25.000
3. Overige (Nederlandse) pensioenuitkeringen.

In grensoverschrijdende situaties kunnen de toewijzigingsregels omtrent premieheffing en belastingheffing afwijkend zijn. Hieronder zullen wij beide onderdelen toelichten.

Premieheffing
Het eerste wat ons opvalt, is dat u schrijft dat u in Nederland volgens het ‘Nederlandse sociale wetgevingsregime’ wordt belast. Dit vinden wij opvallend omdat u – uitgaande van bovengenoemde uitkeringen – niet sociaal verzekerd bent in Nederland. Dit betekent dat u niet verzekerd bent voor de volksverzekeringen en dat u hierdoor ook geen premies verschuldigd bent. Dit geldt bijvoorbeeld voor de AWBZ (Algemene wet bijzondere ziektekosten) en de Anw (Algemene nabestaandenwet). Omdat u ouder bent dan 65 bent u hoe dan ook geen AOW-premie verschuldigd.

Wel bent u in verband met de medische zorg in uw woonland een bijdrage aan de Nederlandse overheid verschuldigd (mits alle bovengenoemde uitkeringen uit Nederland afkomstig zijn). Deze bijdrage bestaat uit een vaste bijdrage Zorgverzekeringswet, een inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en een inkomensafhankelijk bijdrage AWBZ. Deze bijdrage wordt ingehouden op al uw Nederlandse pensioeninkomsten. Achteraf wordt door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) de definitieve bijdrage berekend. Wellicht dat uw opmerking dat u wordt belast volgens het Nederlandse sociale wetgevingsregime betrekking heeft op deze bijdrage. Zoals vaker beschreven in het NederBelgischMagazine lopen er over deze bijdrage diverse procedures met uiteenlopende rechtsvragen.

Belastingheffing
De door u beschreven wijze van belastingheffing zou aan de orde kunnen zijn indien u een Nederlands overheidspensioen geniet. Het grensbedrag van € 25.000 is dan niet van belang. De belastingheffing over het overheidspensioen is in het belastingverdrag tussen Nederland en België toegewezen aan het bronland, Nederland. Hierbij wordt door België voorkoming van dubbele belasting verleend met progressievoorbehoud. Dit betekent dat voorkoming van dubbele belasting wordt verleend tegen het algemene tarief en niet tegen het toptarief. Voorkoming van dubbele belasting met progressievoorbehoud is internationaal gezien overigens een algemeen geaccepteerde methode. Het bovenstaande geldt alleen voor overheidspensioenen. Voor overige (particuliere) pensioenuitkeringen geldt andere regelgeving. Hieronder zullen wij dit verder toelichten.

De verdeling van de heffingsbevoegdheid bij overige (particuliere) pensioenuitkeringen is geregeld in artikel 18 van het belastingverdrag tussen Nederland en België (hierna: het belastingverdrag). De hoofdregel van het belastingverdrag is dat het woonland, oftewel België, bevoegd is belasting te heffen over pensioenuitkeringen en dat het bronland, Nederland, moet terugtreden. Op deze hoofdregel bestaan een aantal uitzonderingen. Volgens een van deze uitzondering mogen pensioenuitkeringen in Nederland worden belast, indien aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:
1. De aanspraak op de uitkering is in Nederland vrijgesteld geweest of de premies zijn op het belastbaar inkomen in Nederland in aftrek gebracht dan wel is er op een andere wijze gebruik gemaakt van fiscale faciliëring voor de opbouw;
2. De uitkering wordt in België voor minder dan 90% van het brutobedrag, of niet tegen het reguliere tarief, in de belastingheffing betrokken;
3. Het totale brutobedrag van dergelijke ‘besmette’ uitkeringen gaat in een kalenderjaar een bedrag van € 25.000 te boven.

In uw situatie wordt zowel aan de eerste voorwaarde (opbouw door middel van fiscale faciliëring) als aan de derde voorwaarde (hoger dan € 25.000) voldaan. De verdeling van de heffingsbevoegdheid is dan alleen nog afhankelijk van de vraag hoe de uitkering in het woonland, België, in de heffing wordt betrokken. Wordt de uitkering tegen het progressieve tarief belast, dan blijft België heffingsbevoegd. Indien de uitkering in België tegen een lager tarief wordt belast of indien de uitkering in België op grond van intern Belgisch recht niet belastbaar is, mag de uitkering alsnog in Nederland worden belast.

In het eerste geval (uitkering normaal belast in België) is de heffingsbevoegdheid exclusief aan België toegewezen. Dit betekent dat de uitkering niet in Nederland in de heffing mag worden betrokken. Met andere woorden; de uitkering wordt in Nederland volledig vrijgesteld. Progressievoorbehoud speelt dan geen rol.
In het tweede geval wordt de uitkering in Nederland belast tegen het progressieve tarief van maximaal 52%. De heffing in Nederland kan overigens beperkt blijven, omdat u in Nederland niet verzekerd bent voor de volksverzekeringen. In dat geval betaalt u in de eerste twee tariefschijven namelijk alleen belastingheffing en geen premies volksverzekeringen. Tot een inkomen van € 33.436 blijft de belastingheffing beperkt tot een tarief van 1,85% – 10,8% (2011). Het meerdere wordt belast tegen 42% – 52%. Overigens zal de heffing in nagenoeg alle gevallen lager zijn dan bij progressieve belastingheffing in België.

Zoals beschreven vindt alleen belastingheffing in Nederland plaats, indien de uitkering in België niet tegen het normale progressieve tarief zou worden belast. Dit betekent dat de uitkering in dat geval ook geen onderdeel kan uitmaken van de Belgische heffingsgrondslag. Hierdoor kan in België geen sprake zijn van een vrijstelling met progressievoorbehoud. Dit standpunt wordt overigens ook bevestigd in de Belgische toelichting op artikel 18 van het belastingverdrag (Circulaire nr. AFZ/2004/0313 (AFZ 8/2004) dd 28.04.2004).

Voor uw situatie is het allereerst belangrijk te onderzoeken hoe de betreffende uitkering in België mag worden belast. Kort samengevat verloopt de belastingheffing dan als volgt. Indien de uitkering in België tegen het progressieve tarief mag worden belast, dan is België exclusief heffingsbevoegd en vindt er geen belastingheffing in Nederland plaats. Indien de uitkering in België niet of tegen een laag tarief mag worden belast, dan is Nederland exclusief heffingsbevoegd. In België wordt de uitkering dan (zonder progressievoorbehoud) volledig vrijgesteld.

Dit betekent dat de belastingheffing zoals beschreven in uw vraagstelling inderdaad niet aansluit bij de uitleg van het belastingvedrag. Welk land moet terugtreden is afhankelijk van de vraag op welke wijze de uitkering in België aan belastingheffing onderworpen is.
hits=3= / id=1992=