De Europese Commissie heeft België recent officieel verzocht om zijn wetgeving aan de verdragsrechtelijke vrijheden aan te passen. Indien de Belgische overheid binnen een termijn van twee maanden geen bevredigend antwoord kan voorleggen aan de Europese Commissie, riskeert zij een veroordeling door het Europees Hof van Justitie.
1. Belastingkorting voorbehouden aan inwoners van het Vlaamse Gewest (IP /12/176) en het Waalse Gewest (IP/12/281)
Zowel het Vlaamse als het Waalse Gewest verlenen een vermindering in de personenbelasting aan ‘inwoners’ die aandelen of obligaties van beleggingsfondsen kopen. Hoewel ze in gelijkaardige omstandigheden verkeren als de ‘inwoners’ van de respectievelijke gewesten, kunnen ‘niet-inwoners’ die het grootste deel van hun inkomsten verwerven in de gewesten niet genieten van deze vermindering. De Europese Commissie is dan ook van oordeel dat de gewestelijke vereiste van ‘inwonerschap’ het vrije verkeer van werknemers op ongeoorloofde wijze belemmert.
2. Verschillende berekeningswijze binnenlandse en buitenlandse onroerende inkomsten (IP/12/282)
België past ten aanzien van zijn inwoners een minder gunstige schattingswijze toe bij de berekening van buitenlandse onroerende inkomsten ten opzichte van de Belgische. Door dit onderscheid in berekeningswijze worden de inkomsten uit buitenlandse onroerende goederen geraamd op ongeveer 50% van hun marktwaarde, terwijl de Belgische inkomsten slechts 20 tot 25% van de marktwaarde bedragen.
Hoewel het fiscale beleid van de lidstaten een zuiver interne aangelegenheid blijft, is de Europese Commissie van mening dat dit onderscheid de vrijheid van kapitaalverkeer op ongeoorloofde wijze belemmert. Af te wachten dus voor welke oplossing België zal kiezen om deze ongelijkheid te verhelpen. Wordt vervolgd.
hits=1= / id=1882=