Directe belastingen verjaren in België in beginsel na vijf jaren, waarbij gerekend moet worden vanaf twee maanden na toezending van het aangiftebiljet. Door het betekenen van een dwangbevel kan de Belgische fiscus de verjaringstermijn echter stuiten. Daarbij geldt echter wel als voorwaarde dat het dwangbevel bij de belastingplichtige aankomt, ofwel dat er een juist adres bekend moet zijn. Voor belastingplichtigen die in het buitenland wonen, is dit niet altijd eenvoudig. Daarom mag de belastingdienst een dwangbevel betekenen aan een specifiek bepaalde procureur van de koning in België. Dit mag echter niet, indien de woonplaats bij de Belgische fiscus bekend is of had moeten zijn.
In een zaak voor Hof van Beroep Gent werd een dwangbevel betekend aan het laatst bekende adres van een belastingplichtige in Nederland. Dit adres bleek echter niet langer actueel en het dwangbevel werd teruggezonden met de vermelding “niet afgehaald”. Hoewel duidelijk is dat het dwangbevel de belastingplichtige niet heeft bereikt, was dit volgens Hof van Beroep Gent wel voldoende om de verjaringstermijn te stuiten. De Belgische belastingdienst kon volgens het Hof geen enkele nalatigheid in deze verweten worden.
Hof van Beroep Gent 1 maart 2011hits=0= / id=1743=