Hof ’s-Hertogenbosch heeft op 4 juni 2010 (zaak nr. 09/00654) uitspraak gedaan in
een zaak van een in België wonende vrouw die in 2005 een deel van het jaar inkomsten uit dienstbetrekking in Nederland heeft genoten. De inspecteur stelt zowel haar belastbaar inkomen uit werk en woning als haar premie-inkomen vast op € 13.571. De vrouw bepleit echter een tijdsevenredige herleiding van het premie-inkomen. Een dergelijke herleiding is op grond van de artikelen 5 en 6 van de Uitvoeringsregeling premieheffing volksverzekeringen 2002 echter slechts mogelijk voor inwoners van Nederland.Hof ’s-Hertogenbosch is het eens met Rechtbank Breda dat ook een niet-inwoner van Nederland moet kunnen kiezen voor tijdsevenredige herleiding van het premieinkomen. De rechtbank oordeelde dat art. 5 van de Uitvoeringsregeling premieheffing volksverzekeringen 2002 onverenigbaar is met art. 39 van het EG-Verdrag. Dat de vrouw anders dan inwoners van Nederland niet kan kiezen voor de tijdsevenredige herleiding van het premie-inkomen, leidt tot een hoger premie-inkomen zonder dat daarvoor iets wijzigt in het verzekerde pakket. Voor dit onderscheid bestaat volgens de rechtbank geen rechtvaardigingsgrond. In hoger beroep oordeelt het Hof nu dus dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen. Voor het bepalen van het premie-inkomen dient daarom aan het vereiste in art. 5 voorbij te worden gegaan. (Bron: De Lage Landen)
hits=1= / id=1723=