Nederland waarschijnlijk in beroep tegen Starbucks-besluit Europa

In Archief by robert

De Europese Commissie heeft onderzoek gedaan naar de afspraken die een aantal Europese landen hebben gemaakt met een in dat land gevestigd onderdeel van een multinational. Dergelijke afspraken worden ook wel rulings genoemd. In Nederland gaat het om de afspraken die zijn gemaakt met het koffieconcern Starbucks.

Rulings dienen met name om zekerheid vooraf te creëren tussen de belastingdienst en het bedrijf over verrekenprijzen: de prijzen die verschillende onderdelen van een bedrijf (fiscaal) aan elkaar in rekening moeten brengen. Het vaststellen van dergelijke verrekenprijzen wordt ook wel transfer pricing genoemd. Er bestaan op internationaal niveau, bijvoorbeeld binnen de OECD, uitgebreide handleidingen (guidelines) hoe dergelijke onderlinge prijzen moeten worden bepaald. Daarbij is het altijd de bedoeling dat zoveel mogelijk tot een prijs wordt gekomen die onafhankelijke partijen elkaar ook zouden rekenen.

 

Nederland heeft met Starbucks ook een aantal van dergelijke rulings afgesloten. Het lijkt er daarbij op dat de gemaakte afspraken keurig binnen de internationale praktijk van transfer pricing passen. Toch komt de Europese Commissie tot de conclusie dat Nederland deze afspraken niet zo had mogen maken, dat Starbucks door de rulings is bevoordeeld en dat er per saldo sprake is geweest van (verkapte) staatssteun aan Starbucks. De Commissie eist dan ook dat Nederland deze (verkapte) staatssteun terug gaat vorderen bij Starbucks.

 

Ervan uitgaande dat de Nederlandse rulings met Starbucks inderdaad zijn gesloten binnen de gebruikelijke internationale normen, dan lijkt het er daarmee op dat de Europese Commissie hier nieuwe, eigen normen wil gaan opleggen voor rulings en voor transfer pricing. Dit zou niet alleen voor Nederland, maar waarschijnlijk voor alle Europese landen gevolgen gaan hebben. Die zouden geen van allen meer rulings af kunnen sluiten op basis van de huidige, normale internationale normen. Hoe de landen dit nu wel zouden moeten gaan doen en wanneer er nu wel of niet sprake is van staatssteun is in het geheel niet duidelijk. Het (politieke) doel is misschien wel dat de Commissie hiervoor eigen, nieuwe normen wil gaan creëren. Maar totdat zulke regels er zijn, bestaat het risico dat internationaal opererende bedrijven niet meer weten waar ze aan toe zijn.

 

Nederland heeft laten weten verbaasd te zijn en de uitspraak verder te gaan bestuderen. Het is waarschijnlijk dat Nederland over deze principiële zaak beroep aan zal tekenen bij de Europese rechter.