Sinds het einde van de vorige eeuw worden in Vlaanderen aandelen in een familiale onderneming vrijgesteld van successierechten indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De Vlaamse decreetgever was zich immers sterk bewust van de belangrijke rol die familiebedrijven spelen voor de economie. Om de parels van onze economie te beschermen tegen buitenlandse overnames zag de Vlaamse decreetgever dan ook in dat een vrijstelling van successierechten zich absoluut opdrong. Al te vaak moesten de opvolgers immers belangen verkopen om de zware heffing van de successierechten te kunnen financieren.
De Vlaamse decreetgever heeft met de vrijstelling van successierechten voor de aandelen in familiale ondernemingen een oplossing geboden voor dit probleem.
U vraagt zich wellicht of deze vrijstelling ook van toepassing is op uw familiale onderneming die in Nederland is gevestigd. Het antwoord op deze vraag is positief. De vrijstelling werd immers na druk van Europa enige tijd geleden uitgebreid naar de hele Europese Economische Ruimte. Uw familiale onderneming kwalificeert dus ook indien zij in Nederland is gevestigd en uzelf in Vlaanderen woonachtig bent. Bovendien maakt het voor deze vrijstelling niet uit waar uw kinderen hun woonplaats hebben. Zolang de erflater maar in Vlaanderen woonachtig is, is de vrijstelling van toepassing.
Toepassingsvoorwaarden voor de vrijstelling van successierechten
Om beroep te kunnen doen op deze vrijstelling voerde de Vlaamse decreetgever naast enkele vormvereisten twee belangrijke toepassingsvoorwaarden in: een participatievoorwaarde en een loonlastvoorwaarde.
Participatievoorwaarde
Vooreerst dient de erflater gedurende de laatste 3 jaar vóór zijn overlijden over minstens 50% van de aandelen in de familiale onderneming te beschikken. Hierbij mag evenwel ook rekening worden gehouden met de aandelen die in het bezit zijn van ouders, kinderen en kleinkinderen en tevens broers en zussen. Op die manier heeft de decreetgever precies die vennootschappen in het vizier die hij met deze gunstmaatregel voor ogen heeft: de echte familiale ondernemingen, die de motor vormen van onze economie.
Bovendien merken wij op dat de regeling ook van toepassing is op certificaten van aandelen in een Nederlandse Stichting Administratiekantoor.
Loonlastvoorwaarde
Een tweede belangrijke voorwaarde voor de toepassing van de vrijstelling is dat de kwalificerende vennootschap in de drie jaar voorafgaand aan het overlijden minstens € 500.000 aan loonlasten moet hebben uitgekeerd aan werknemers die binnen de Europese Economische Ruimte tewerk gesteld zijn. Bovendien mogen de loonlasten in de vijf jaren ná het overlijden relatief gezien niet zakken ten opzichte van de drie jaar voorafgaand aan het overlijden.
Naar aanleiding van de economische crisis drong zich echter een noodmaatregel op. Meer en meer werd immers duidelijk dat vennootschappen waarvoor deze vrijstelling in het leven werd geroepen niet langer aan de loonlastvoorwaarde konden voldoen omwille van de moeilijke financiële en economische omstandigheden, waardoor de vrijstelling net zijn doel miste. De Vlaamse decreetgever trad snel op en besloot de loonlastvoorwaarde met een overgangsregeling tijdelijk te schorsen. Voor overlijdens tot 1 april 2011 geldt deze schorsing zowel vóór als ná het overlijden. Vanaf 1 april 2011 tot 30 juni 2014 zal deze schorsing enkel nog van toepassing zijn op de periode van drie jaar voorafgaand aan het overlijden. Maar zal deze voorwaarde nog wel zo lang blijven bestaan?
Een onzekere toekomst…?
Al geruime tijd wordt er druk gespeculeerd over de toekomst van de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen. De Unie voor Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) heeft de bevoegde minister er immers terecht op gewezen dat de loonlastvoorwaarde discriminerend is ten opzichte van de eenmansbedrijven die eveneens een fundamentele rol spelen in onze economie. De minister beseft dit probleem en heeft reeds in zijn beleidsnota laten weten dat hij de intentie heeft de voorwaarden voor de vrijstelling drastisch te wijzigen.
Uit onze goede contacten binnen de Vlaamse administratie, hebben wij dan ook vernomen dat wellicht reeds medio 2011 een nieuwe regeling zou worden voorgelegd aan het Vlaamse Parlement waarin de vrijstelling zou worden gekoppeld aan een eenvoudige en controleerbare component die duidt op economische activiteit. Hiermee wil de minister de vrijstellingsregeling beperken tot die vennootschappen die daadwerkelijk bijdragen aan de economische groei van Vlaanderen en Europa in het algemeen.
Hoewel een dergelijke regeling veel eenmanszaken in de vrijstelling zou kunnen betrekken ziet het er nu echter wel naar uit dat vooral patrimoniumvennootschappen en holdingvennootschappen onder vuur komen te staan in de mate dat hun activa niet voor economische activiteiten wordt ingezet. Wij denken hier bijvoorbeeld aan vastgoed (uw appartement aan de Belgische kust), effectenportefeuilles of andere liquide middelen die niet voor economische activiteiten worden aangewend.
…beter voorkomen dan genezen…
Het lijkt ons aangewezen om nu reeds een zorgvuldige analyse te maken van uw huidige situatie om vervolgens te kunnen anticiperen op de vooropgestelde wijzigingen in uw concrete situatie. Hierbij denken wij niet alleen aan de bedrijfsleiders die hun vennootschappen hebben afgestemd op de huidige regeling, maar ook aan iedereen die momenteel nog geen rekening houdt met de mogelijkheid van deze vrijstelling.
Hierbij kan op de eerste plaats worden nagegaan of een herstructurering van uw bedrijfsvermogen geen oplossing kan bieden. Indien echter nog steeds zou blijken dat belangrijke delen van uw bedrijfsvermogen niet langer zouden worden vrijgesteld indien ze niet voor een economische activiteit worden ingezet, menen wij dat het raadzaam is andere planningsinstrumenten in overweging te nemen. Hierbij kan ondermeer worden gedacht aan de maatschap die in de vorige editie van het NederBelgischMagazine (editie van november 2010, p 92 – 93) werd besproken.
Conclusie
Als besluit merken wij op dat er in Vlaanderen een vrijstelling van successierechten bestaat voor aandelen in familiale ondernemingen. Deze vrijstelling is eveneens van toepassing op ondernemingen die in Nederland gelegen zijn en op aandelen die door middel van een Nederlandse Stichting Administratiekantoor werden gecertificeerd.
Het ziet ernaar uit dat de vrijstellingsregeling afhankelijk zal worden gemaakt van een nieuw en eenvoudig te controleren criterium dat duidt op economische activiteit.
Om te anticiperen op deze wijziging is het aangewezen nu reeds proactief na te gaan wat de impact hiervan zou zijn op uw familiale onderneming. Door middel van een herstructurering of andere planningsmogelijkheden kan de overdracht van uw familiale onderneming naar de volgende generatie op die manier ook in de toekomst vrij van successierechten plaatsvinden.
hits=2= / id=1963=