Koningin Fabiola en de private stichting “Fons Pereos”

In Archief by robert

Er is in de Belgische pers heel wat te doen geweest omtrent de door Koningin Fabiola opgerichte private stichting “Fons Pereos”. Er werd aan de Koningin verweten de successierechten te omzeilen. Niets is minder waar. Vooreerst is het volledig rechtsgeldig een private stichting op te richten. Artikel 27 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen (zoals gewijzigd door de wet van 2 mei 2002), bepaalt immers uitdrukkelijk dat een private stichting kan worden opgericht door een rechtshandeling van één of meer natuurlijke personen of rechtspersonen, waarbij een vermogen wordt aangewend ter verwezenlijking van een bepaald belangeloos doel. De stichting mag geen stoffelijk voordeel verschaffen aan de stichters, de bestuurders, of enig ander persoon, behalve, in dit laatste geval, indien dit kadert in de verwezenlijking van het belangeloos doel. Dit alles was precies het geval met het “Fons Pereos”. Vervolgens is van een omzeiling van de successierechten geen sprake. De inbreng van gelden in een private stichting wordt belast in het schenkingsrecht of in het successierecht. Luidens artikel 131 §2 van het Brussels Wetboek Registratierechten wordt de (geregistreerde) inbreng om niet van roerende goederen in een private schenking belast aan 7%. In dat geval zijn er geen successierechten verschuldigd (artikel 7 Wetboek Successierechten a contrario). Volledigheidshalve kan worden opgemerkt dat indien Koningin Fabiola een (geregistreerde) rechtstreekse schenking van roerende goederen had willen doen aan haar neven en nichten, aan de private stichting van wijlen haar echtgenoot en zelfs aan een Spaanse stichting, het tarief nog steeds 7% zou zijn geweest (artikel 131 §2 Brussels Wetboek Registratierechten). Een schenking aan een Belgische private stichting kan echter ook gebeuren aan de hand van een niet (verplicht of vrijwillig) geregistreerde schenking. Indien de schenker in dat geval overlijdt binnen de drie jaar na het doen van de schenking, zijn er successierechten verschuldigd (artikel 7 W.Succ.)(in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in principe aan het tarief van 25%). Eén en ander is overigens onlangs bevestigd door de dienst voorafgaande beslissingen (NBM april 2012). Ten slotte kunnen we nog vermelden dat een private stichting onderworpen is aan de taks tot vergoeding van de successierechten (art. 147 e.v. Wetboek Successierechten), wat neerkomt op een jaarlijkse belasting van 0,17% op, in principe, het geheel van de bezittingen van de stichting. Kortom, van fraude is geen sprake. Zelfs van enig fiscaal misbruik is geen sprake. De private stichting is een wettig en nuttig instrument van successieplanning. De kritiek in de pers was volledig ten onrechte. hits=136= / id=1454=