Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12 december 2019
Soortgelijke problematiek was aan de orde in deze zaak. Een inwoner van Frankrijk ontving lijfrente en pensioeninkomen van in totaal bijna € 64.000. Hij gaf daarvan in Nederland € 28.241 aan voor de inkomstenbelasting en hij wilde daartegenover ook aftrek van ziektekosten in Nederland hebben.
In deze situatie werd er niet voldaan aan de eisen voor de kwalificerende buitenlandse belastingplicht. De belastingplichtige deed daarom een beroep op Europees recht.
De Rechtbank legt daarop uit dat er alleen reden kan zijn voor Nederland om de aftrekposten toe te staan op het moment dat het inkomen in Frankrijk onvoldoende is om de persoonlijke aftrekposten en tegemoetkomingen daar te gelde te maken. Nu het inkomen in Frankrijk volgens de Rechtbank ruim voldoende is om aftrekposten te realiseren, is er geen reden voor Nederland meer om verplicht te worden tegemoetkomingen te geven. Dat Frankrijk in haar systeem het sowieso niet toelaat om ziektekosten af te trekken van het inkomen, verandert daar verder niets aan.