Nadat een belastingaanslag vaststaat, mag de belastingdienst hier in beginsel niet meer op terug komen. Hierop zijn een paar uitzonderingen. Eén van deze uitzonderingen is het “nieuwe feit”. Op het moment dat de belastingdienst achter een feit komt dat bij het opleggen van de aanslag niet bekend was of niet bekend had kunnen zijn, dan kan er een navorderingsaanslag worden opgelegd.
In deze zaak is de politie de woning van een belastingplichtige binnengevallen en heeft daar een hennepkwekerij aangetroffen. Bij de daaropvolgende strafzaak komt vast te staan dat de politie de woning niet binnen had mogen vallen. Omdat het binnentreden niet mocht, is het bewijs dat bij de doorzoeking is aangetroffen niet geldig in de strafzaak.
De informatie over dit alles wordt doorgespeeld aan de belastingdienst. De belastingdienst legt vervolgens een navorderingsaanslag op in verband met de inkomsten uit de kwekerij. De belastingdienst maakt daarbij dus gebruik van bewijsmiddelen die in de strafzaak ongeldig zijn verklaard.
Ook de navorderingsaanslag komt voor de (belasting)rechter. De rechtbank komt daarbij tot het oordeel dat een behoorlijk handelende overheid voor het opleggen van aanslagen geen gebruik mag maken van onrechtmatig verkregen bewijsmiddelen. De aanslag wordt dan ook vernietigd.
Rechtbank Noord-Holland, 11 februari 2013
hits=794= / id=3327=