Vraag
Graag wil ik uw aandacht voor het volgende:
een belastingplichtige in België heeft recht op een rente-belastingvrijstelling van 1.770 euro per jaar op de rente die hij of zij ontvangt van een Belgische bankinstelling. Indien er sprake is van ontvangen rente op banktegoeden die enkel op Nederlandse banken worden aangehouden, dan is er geen sprake van een vrijstelling van genoemde 1.770 euro per jaar. Er wordt belast tegen 15%. Voor een echtpaar betekent dit dat er (tweemaal 1.770 = 3.540 euro tegen een 15% belastingtarief) 531 euro betalingsvoordeel wordt gemist.
Is hier sprake van discriminatie?
Mijn belastinginspecteur zegt laconiek: parkeer uw cash bij een Belgische bank.
Antwoord:
Wij menen dat u in uw brief doelt op de vrijstelling van gewone spaardeposito’s (art. 2 K.B./W.I.B. 1992). Deze vrijstelling komt er op neer dat interesten van gewone spaardeposito’s zijn vrijgesteld van belasting tot beloop van een eerste schijf van 1.250 EUR per jaar (vóór indexatie), derhalve 1770 EUR per persoon voor het inkomstenjaar 2011. Deze vrijstelling wordt door de banken verleend, in die zin dat zij tot dit bedrag geen roerende voorheffing inhouden op interesten.
De belastingvrijstelling ten aanzien van de interesten van gewone spaardeposito’s is daarbij aan verschillende voorwaarden onderworpen. Wij noemen hier enkele van deze voorwaarden. Zo moet de vergoeding “verplicht maar ook uitsluitend’ bestaan uit een basisrente en een getrouwheidspremie. Verder mag de basisrente maximaal gelijk zijn aan 3 % dan wel aan het (hogere) “percentage voor basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank” zoals van toepassing “op de tiende van de maand die het lopende kalendersemester voorafgaat”. De getrouwheidspremie mag in principe niet meer bedragen dan 50 % van de ‘maximale’ basisrente en niet minder dan 25 % van de ‘aangeboden’ basisrente. Aan de titularis van een spaardeposito mag ook geen debetrente worden gevraagd.
Verder – en in dit kader met name van belang – geldt de vrijstelling enkel voor de interesten die zijn ontvangen van de in België gevestigde kredietinstellingen (art. 21, 5° W.I.B. 1992). Interesten van spaardeposito’s toevertrouwd aan buitenlandse banken komen niet voor de vrijstelling in aanmerking. U stelt dan ook terecht de vraag of hier sprake is van discriminatie.
Volgens de Europese Commissie vormt het verschil in behandeling van interesten naargelang de vestigingsplaats van de uitkerende bank een belemmering van het vrije kapitaalverkeer en van het vrije dienstenverkeer. Via een “met redenen omkleed advies” heeft de Europese Commissie België in 2009 officieel verzocht zijn wetgeving aan te passen. België heeft – zoals ook uit de reactie van de Belgische belastinginspecteur blijkt – hier nog niets mee gedaan.
Medio 2010 heeft de Europese Commissie vervolgens beroep ingesteld tegen België omdat het de belastingvrijstelling van de eerste schijf van interesten van gewone spaardeposito’s voorbehoudt aan deposito’s die zijn ontvangen “door de in België gevestigde kredietinstellingen”.
Uw vraag lijkt dan ook bevestigend te moeten worden beantwoord: de vestigingseis wordt als een ongerechtvaardigde belemmering beschouwd. Dit zal er naar verwachting toe leiden dat België na een definitief oordeel van het Europese Hof niet langer zal (mogen) eisen dat de bank in België gevestigd is. U zou thans al onder verwijzing naar de bovenstaande argumentatie bezwaar kunnen maken tegen uw aanslag.
Echter de overige gestelde voorwaarden om de vrijstelling voor spaardeposito’s te verkrijgen, houden naar het ons voorkomt geen ongerechtvaardigde belemmering in. In de praktijk zijn ons geen Nederlandse banken bekend die spaardeposito’s aanbieden die voldoen aan alle overige voorwaarden. Op die gronden zal een eventueel bezwaar dan naar verwachting worden afgewezen. Derhalve is het nog wachten op een Nederlandse bank die al de overige voorwaarden wil invullen.
Zolang de Nederlandse bank aan u geen dusdanig hoge(re) rente verstrekt die het nadeel van de Belgische belastingheffing ten minste compenseert, zal het in de praktijk de voorkeur verdienen om te sparen bij een Belgische bank.
Er liggen thans wel voorstellen om de vrijstelling niet meer aan de bron toe te laten passen door de Belgische banken, doch volledig via de aangifte Personenbelasting te laten lopen. De vrijstelling geldt namelijk per persoon en niet per rekening. Door het geld over meerdere rekeningen te spreiden geniet men in beginsel meermaals de vrijstelling. In de praktijk schijnen vele belastingplichtigen te “vergeten” om de ontvangen interesten boven de vrijstelling aan te geven. Deze zouden met de nieuwe methode zijn “geholpen”. De vrijstelling van de interesten zou daarbij eventueel ruimer van opzet worden, waarbij wij veronderstellen dat ook de Belgische vestigingseis komt te vervallen. De belastingplichtige zou dan echter wel pas achteraf de teveel ingehouden bedragen terug ontvangen.
Overigens zou de budgettaire krapte ook wel aanleiding kunnen zijn voor een (nieuwe) regering om de gehele vrijstelling te laten vervallen. Daarmee zou dan ook een einde komen aan de discriminatie. Een variant waarbij u uiteindelijk uw gelijk krijgt, maar feitelijk verliest.
hits=5= / id=1997=